Menu

Filter op
content
PONT Omgeving

Buitengebied bestemmingsplan zonder geslaagde beroepen

De gemeenteraad van Rucphen stelde een (nieuw) bestemmingsplan voor het buitengebied vast. Hier stelden een aantal bewoners en bedrijven beroep tegen in.

14 oktober 2024

Jurisprudentie – Samenvattingen

Ik wil de bespreking van een paar beroepsgronden uitlichten.

Tijdig ingediend concreet initiatief?

Een initiatiefnemer (appellant 2) meldde zich via een zienswijze met een concreet initiatief en verzocht de gemeenteraad rekening te houden met zijn initiatief bij de vaststelling van het bestemmingsplan. Namens de raad werd aangegeven dat er een ruimtelijke onderbouwing door initiatiefnemer aangeleverd moest worden op basis waarvan de raad de ruimtelijke aanvaardbaarheid kon beoordelen. Initiatiefnemer leverde een ruimtelijke onderbouwing aan, maar deze bevatte nog steeds onvoldoende gegevens, zo werd (o.a.) via de zienswijzenota aangegeven.

Een aangepaste ruimtelijke onderbouwing die door initiatiefnemer pas enkele dagen voor de commissievergadering is ingediend, hoefde de gemeenteraad niet meer mee te nemen in haar besluitvorming.

Grazen in een groen landschapselement

De raad paste de planregels aan (t.o.v. het vorige plan) zodat er niet langer een absoluut graasverbod gold bij landschapselementen. Grazen is (nu) pas verboden als het landschapselement wordt aangetast. Appellant (3) voerde aan dat het landschapselement ook bedoeld was als buffer voor een goed woon- en leefklimaat tussen haar perceel en het perceel van haar buren. Door het schrappen van het absolute verbod zou zij gezondheidsgevolgen ervaren van de grazende kippen in het landschapselement.

De Afdeling concludeerde dat de raad deugdelijk motiveerde dat een absoluut verbod op het grazen van dieren op de gronden met de bestemming "Groen - Landschapselement" is, omdat zo’n verbod goed beheer en onderhoud van landschapselementen in de weg kan staan en het laten begrazen van de gronden juist bijdraagt aan de totale landschapsbeleving. De raad heeft ook deugdelijk toegelicht dat deze bestemming niet is bedoeld als een groene buffer voor een goed woon- en leefklimaat tussen woonpercelen, aangezien deze bestemming niet alleen aan gronden rondom woonpercelen, maar bijvoorbeeld ook aan agrarische gronden in het plangebied is toegekend.

Verder hoefde de raad bij de vaststelling van een bestemmingsplan geen rekening te houden met de bijzondere gevoeligheid van appellant.

Externe veiligheid mag zwaarder wegen dan het belang van behoud bouw- en gebruiksmogelijkheden

De raad verruimde de veiligheidszones rondom SMT (een bedrijf waarbij ontplofbare stoffen worden verwerkt). Appellant (5) vond dat hij hierdoor werd beperkt in zijn bouw- en gebruiksmogelijkheden. De Afdeling stelde vast dat appellant inderdaad wordt beperkt in zijn bouw- en gebruiksmogelijkheden, maar vond -kort gezegd- dat de raad een zwaarder gewicht mocht toekennen aan het belang van externe veiligheid dan het belang van appellant. Hierbij was van belang dat de activiteiten bij SMT bestaand en vergund waren en dat appellant geen concrete plannen kenbaar had gemaakt om zijn bouw- en gebruiksmogelijkheden in te vullen.

Artikel delen