Menu

Filter op
content
PONT Omgeving

Dat een onherroepelijke last onduidelijk zou zijn is geen reden om verbeurde dwangsom te matigen

Op 6 juni 2017 heeft het college een last onder dwangsom opgelegd om herhaling van eerder geconstateerde overtredingen te voorkomen. Op 29 mei 2017 is door een toezichthouder geconstateerd dat zand wordt verplaatst met vrachtwagens en kranen en dat een ruim groter gebied dan waarvoor in fase 1 een ontheffing is verleend, was bedekt met zand en was voorzien van buizen. Door uitgevoerde werkzaamheden zijn rugstreeppadden gevangen en verplaatst en zijn deze dieren opzettelijk verstoord en hun voortplantingsplaatsen en rustplaatsen beschadigd of vernield. Dit is een overtreding van artikel 3.5, eerste, tweede en vierde lid van de Wnb. Door GEM is onvoldoende zorg in acht genomen voor de in het wild levende dieren en planten en hun directe leefomgeving. Dit is een overtreding van artikel 1.11, eerste lid, van de Wnb, zo staat in het besluit.

11 december 2024

Jurisprudentie – Samenvattingen

In de last onder dwangsom wordt GEM gelast om "geen werkzaamheden in de Bloemendalerpolder buiten het gebied waarvoor ontheffing is verleend (fase 1) uit te voeren tot u in het bezit bent van een geldige ontheffing in het kader van de Wnb of van een schriftelijke verklaring van ons dat een ontheffing in het kader van de Wnb niet noodzakelijk is om herhaaldelijke overtreding van artikel 3.5, eerste-, tweede-, en vierde lid en artikel 1.11 van de Wnb te voorkomen." Indien wordt geconstateerd dat niet aan deze last wordt voldaan, is GEM aan de provincie een dwangsom verschuldigd van € 200.000 per geconstateerde overtreding. Het bedrag waarboven geen dwangsom meer wordt verbeurd, bedraagt € 1.000.000.

In het besluit van 9 april 2018 is het college overgegaan tot invordering van de verbeurde dwangsom wegens overtreding van de op 6 juni 2017 opgelegde last onder dwangsom. Door de toezichthouder is op 21 en 23 maart 2018 geconstateerd dat een sloot is gedempt en een perceel veenweidegebied is voorbelast met zand op de gronden die bekend staan als "fase 1A uitbreiding schoollocatie" zonder dat daarvoor een ontheffing was verleend of een verklaring was gevraagd dat geen ontheffing noodzakelijk was. Er is een bedrag van € 200.000 verbeurd.

Alleen het feit dat volgens GEM de last onduidelijk is, is onvoldoende om de hoogte van de dwangsom te matigen. Het had namelijk op de weg van GEM gelegen om rechtsmiddelen aan te wenden tegen de last, als zij deze onduidelijk vond. Ook de stelling dat de tekening bij de ontheffing van 1 november 2017 onduidelijk is, is hiervoor onvoldoende. Ook in dit geval had het op de weg gelegen van GEM om zich, voorafgaand aan de werkzaamheden, te vergewissen van de grenzen van de ontheffing, als zij deze onduidelijk vond.

Artikel delen