De molenbiotoop van de korenmolen van Oud-Alblas
De eigenaar van een korenmolen wil dat B&W van Molenlanden handhavend optreedt tegen de aanwezigheid van een houtopstand omdat deze in strijd met de regels van de molenbiotoop, te hoog is en daardoor de werking van de molen wordt beperkt. Het verzoek is reeds gedaan in 2017 zodat de Wabo van toepassing blijft. Het college wijst dit verzoek af omdat de houtopstand onder de beschermende werking van het gebruiksovergangsrecht zou vallen. Weliswaar was er op grond van het vigerende bestemmingsplan uit 2010 een aanlegvergunningplicht ingesteld maar de houtopstand was al aanwezig voordat het plan in werking trad. Het bezwaar en het beroep van de eigenaar van de molen worden ongegrond verklaard.
7 May 2025

In hoger beroep heeft de eigenaar meer succes. Het college heeft een derde herziening van het bestemmingsplan uit 2015 niet in de overwegingen betrokken. Voor een gedeelte van de houtopstand betekent dit dat geen bepalingen gelden in het kader van de molenbiotoop. Dus geen reden om te handhaven. Voor een ander deel gelden nog de oorspronkelijke regels uit 2010.
De Afdeling overweegt dat het gebruiksovergangsrecht alleen van toepassing is op vormen van gebruik die niet onder een aanlegvergunningstelsel vallen. Gebruik dat hier wel onder valt wordt namelijk in beginsel in overeenstemming met de bestemming geacht, waardoor het niet onder het overgangsrecht kan vallen. De Afdeling verwijst o.a. naar een uitspraak uit 2000 (
ECLI:NL:RVS:2000:AP 5691).
Het hoger beroep is dus deels gegrond en het college moet een nieuw besluit nemen op het bezwaar.
Deze procedure valt nog geheel onder oud recht. Onder de Omgevingswet kennen we geen standaard gebruiksovergangsrecht meer. Echter, zolang er geen nieuw omgevingsplan is vastgesteld geldt nog wel dit zogenaamde gebruiksovergangsrecht. Pas als een omgevingsplan wordt vastgesteld voor een perceel komt het gebruiksovergangsrecht te vervallen en kan dit betekenen dat een college het gebruik niet langer hoeft te eerbiedigen wanner dit ongewenst wordt geacht. Mogelijk kan er dan wel met succes een beroep worden gedaan op nadeelcompensatie. Onder oud recht verleende omgevingsvergunningen/aanlegvergunningen blijven in beginsel geldig.