Menu

Filter op
content
PONT Omgeving

De waarschuwingsplicht: ook voor dakdekkers!

Op een dakdekker (een aannemer) rust niet alleen de verantwoordelijkheid voor de correcte uitvoering van de werkzaamheden, maar tevens de plicht om te waarschuwen voor eventuele fouten en onjuistheden in het ontwerp en de verstrekte opdracht. Deze waarschuwingsplicht is vastgelegd in artikel 7:754 van het Burgerlijk Wetboek. Fouten kunnen variëren van onduidelijkheden in de plannen tot de ongeschiktheid van de gebruikt materialen. De waarschuwingsplicht is essentieel in de bouwpraktijk en wordt steeds relevanter in het licht van de groeiende aandacht voor verduurzaming en het gebruik van isolatiematerialen. Alleen wat is deze waarschuwingsplicht precies en hoe werkt deze (voor u) in de praktijk? Floris Pels Rijcken licht het toe in onderstaande blog.

22 november 2024

Wat houdt de waarschuwingsplicht precies in?

De kern van artikel 7:754 Burgerlijk Wetboek (hierna: BW) is dat de aannemer, wanneer hij weet of behoort te weten dat er een fout in de opdracht zit (en het zonder nadenken uitvoeren van deze opdracht tot schade kan leiden), verplicht is om de opdrachtgever op die fout te wijzen en te waarschuwen voor de mogelijke gevolgen. Of dit het geval is, hangt af van de deskundigheid die van hem als aannemer mag worden verwacht en de zorgvuldigheid die in de gegeven omstandigheden van hem mag worden verlangd. In beginsel wordt ervan uitgegaan dat een aannemer - als uitvoerende partij - altijd deskundig is op het gebied van eigen werkzaamheden en dusdoende voor fouten moet waarschuwen.

Voor dakdekkers betekent dit dat zij tijdens de uitvoering van hun werk goed moeten opletten. Als bijvoorbeeld isolatiematerialen worden gebruikt die niet geschikt zijn voor het beoogde dak, dient de dakdekker de opdrachtgever hiervan uitdrukkelijk op de hoogte te stellen.[1] Het negeren van deze plicht kan aanzienlijke juridische gevolgen hebben, zoals blijkt uit het volgende voorbeeld.

Waarschuwingsplicht in de praktijk

Een uitspraak van de rechtbank Zeeland-West-Brabant uit 2022 (ECLI:NL:RBZWB:2022:8636) biedt een belangrijk inzicht in hoe de waarschuwingsplicht voor aannemers in de praktijk werkt en specifiek wat de gevolgen zijn als deze plicht niet wordt nagekomen. In deze zaak ging het om een aannemer die zich bedrijfsmatig bezighoudt met (onder meer) het isoleren van woningen. Als gevolg van de isolatiewerkzaamheden is het aangebrachte purschuim door de geboorde gaten weer naar buiten gestroomd.

De rechtbank oordeelde dat op de aannemer een waarschuwingsplicht rust, zoals neergelegd in artikel 7:754 BW. In dit verband dient van de aannemer te worden verwacht dat hij zich ervan bewust is dat het isoleren van een woning met spouwvervuiling tot schade kan leiden en dat hij de opdrachtgever hiervoor uitdrukkelijk waarschuwt.

De aannemer wist in deze zaak dat sprake was van spouwmuurvervuiling. Hij had aan de opdrachtgever aangegeven dat de uitvoering op eigen risico van de opdrachtgever was. Dit was echter geen voldoende waarschuwing, aldus de rechtbank. De aannemer had uitdrukkelijk moeten waarschuwen en opdrachtgever op de (mogelijke) gevolgen moeten wijzen. Deze waarschuwing stelt de opdrachtgever immers in de gelegenheid om maatregelen te treffen ter voorkoming van schade.[2] De aannemer is tekortgeschoten in zijn waarschuwingsplicht en werd daarom aansprakelijk gesteld voor de daardoor (door opdrachtgever) geleden schade.

In een andere kwestie had de aannemer de opdrachtgever moeten waarschuwen voor het risico dat het dak, met de door opdrachtgever gewenste panelen en de door opdrachtgever berekende hellingshoek, niet hemelwaterdicht zou zijn. Het had op de weg van de aannemer gelegen om zich te realiseren dat het onderhavige dak een te geringe hellingshoek had om met de door opdrachtgever gewenste panelen een hemelwaterdicht dak te vervaardigen. Nu de aannemer heeft nagelaten te waarschuwen, mocht opdrachtgever ervan uitgaan dat het dak hemelwaterdicht zou zijn. De aannemer heeft zijn waarschuwingsplicht geschonden. Gerechtshof ’s-Hertogenbosch heeft geoordeeld dat de aannemer is tekortgeschoten in de nakoming van de aannemingsovereenkomst tussen partijen.[3]

Kortom: leg de uitdrukkelijk gedane waarschuwing om die reden schriftelijk vast. Op het moment dat er bewijstechnische vraagstukken opkomen, bent u altijd gebaat met de concrete vastlegging van de waarschuwing. U bent derhalve (in beginsel) gehouden om aan te tonen dat u heeft voldaan aan de waarschuwingsplicht.

Wat betekent dit voor u? 

Op grond van het bovenstaande is het van belang dat u als professional voldoet aan de waarschuwingsplicht. Als er iets mis is, of kan gaan, geef dat uitdrukkelijk en schriftelijk aan. Wijs op de mogelijke gevolgen van de fout en geef – zo mogelijk – alternatieven. Het niet-voldoen aan de waarschuwingsplicht kan grote en nadelige gevolgen hebben. In theorie is het mogelijk dat de aannemer volledig aansprakelijk is voor de door opdrachtgever geleden schade. Zelfs als het ontwerprisico bij opdrachtgever rust. Kortom: opletten geblazen!

[1] Rechtbank Gelderland, 1 november 2023, ECLI:NL:RBGEL:2023:5988.

[2] TM, Kamerstukken II, 1992/1993, 23095, 3, p. 3.

[3] Gerechtshof ’s-Hertogenbosch, 28 februari 2023, ECLI:NL:GHSHE:2023:665