Het college van burgemeester en wethouders van Bronckhorst had geen dwangsom mogen opleggen aan TenneT vanwege bodemverontreiniging na een brand in december 2019 in het hoogspanningsstation in Hummelo. Dat blijkt uit de uitspraak van de Afdeling bestuursrechtspraak van vandaag (24 december 2025). Het gevolg van deze uitspraak is dat de dwangsom van tafel is en dat de handhavingsprocedure definitief is beëindigd.

Het college van B&W legde TenneT in 2023 een dwangsom op omdat na de brand de bodem vervuild was geraakt met PFAS. De brandweer had namelijk bij het blussen van de brand gebruik gemaakt van PFAS-houdend blusschuim. Volgens het college van B&W heeft TenneT hiermee de bodembeschermingsregels overtreden, omdat het blussen met PFAS-houdend blusschuim TenneT ‘dienstig is geweest’ en daarmee ‘heeft plaatsgevonden in de sfeer van de rechtspersoon’.
In mei 2023() nuanceerde de Afdeling bestuursrechtspraak haar rechtspraak over wie als overtreder moet worden aangemerkt bij boetes, bestuursdwang- of dwangsombesluiten. Als het gaat om rechtspersonen moet de gedraging daarbij plaatsvinden ‘in de sfeer van de rechtspersoon’.
Met toepassing van die rechtspraak oordeelt de Afdeling bestuursrechtspraak vandaag dat TenneT in dit geval niet als overtreder kan worden aangemerkt. Weliswaar is aannemelijk dat de brandweer door het blussen schade aan het hoogspanningsstation zoveel mogelijk heeft beperkt, maar dat geldt in het algemeen voor brandbestrijding. Het college van B&W heeft niet onderbouwd hoe en waarom het gebruik van PFAS-houdend blusschuim evidente voordelen voor TenneT heeft gehad bij de herbouw van het hoogspanningsstation en het herstel van de stroomlevering. Ook heeft TenneT geen invloed of zeggenschap gehad bij de beslissing van de brandweer met welke middelen de brand werd geblust. Mede gelet hierop heeft het college van B&W niet aannemelijk gemaakt dat de bluswerkzaamheden met PFAS-houdend blusschuim in dit geval hebben plaatsgevonden in de sfeer van de rechtspersoon TenneT.
Omdat TenneT niet kan worden aangemerkt als overtreder van de bodembeschermingsregels, was het college van B&W in dit geval dus niet bevoegd om een dwangsom op te leggen. De Afdeling bestuursrechtspraak ‘herroept’ daarom de opgelegde dwangsom. Dit betekent dat de dwangsom van tafel is en de handhavingsprocedure definitief is beëindigd.
In een soortgelijke uitspraak van vandaag komt de Afdeling bestuursrechtspraak tot de conclusie dat het waterschap Noorderzijlvest onterecht de kosten van ruim € 471.000 voor het saneren van een sloot in Marum heeft verhaald op een bedrijf. De sloot raakte verontreinigd na een brand bij dat bedrijf. Het waterschap heeft kort na de brand zogenoemde spoedeisende bestuursdwang toegepast om de waterverontreiniging zoveel en snel mogelijk in te dammen. Maar ook in deze zaak oordeelt de Afdeling bestuursrechtspraak dat het bedrijf niet als overtreder kan worden aangemerkt. De rechtbank Noord-Nederland kwam eerder al tot hetzelfde oordeel.
Lees hier de hele uitspraken van de Afdeling bestuursrechtspraak over TenneT en Marum.