Menu

Filter op
content
PONT Omgeving

Een uitweg, een APV en een BOPA

Wekelijk duiden onze juristen een bijzondere uitspraak in 500 woorden. Vandaag gaan we naar Land van Cuijk. De casus: een tweede uitrit en een bezorgde buur. In deze zaak (ECLI:NL:RBOBR:2025:5126) verleent het college van B&W van de gemeente Land van Cuijk een omgevingsvergunning voor de aanleg van een tweede uitrit bij een perceel. Deze tweede uitrit gaat ten koste van gemeentelijk groen. Waarom dat nu niet kan, maar straks misschien wel.

17 September 2025

Samenvatting

Samenvatting

Bezorgde buurman

Een buurman maakt bezwaar en gaat in beroep: volgens hem is het één perceel en mag een tweede uitweg bij een perceel niet ten koste gaan van groen. De rechtbank is het met de buurman eens. De Algemene Plaatselijke Verordening (APV) van Land van Cuijk heeft als expliciete weigeringsgrond dat een tweede uitweg niet ten koste mag gaan van groen en dat doet deze tweede uitrit wél. De vergunning had op basis van artikel 2:12, tweede lid, onder d, van de APV moeten worden geweigerd. Omdat het college dat niet heeft gedaan, vernietigt de rechtbank het besluit en voorziet zelf in het besluit door de vergunning te weigeren.

Het probleem: geen afwijkingsruimte in de APV

De rechtbank benadrukt iets opmerkelijks. Omdat de APV in kwestie nog geen onderdeel is van het omgevingsplan, wordt de aanvraag alleen aan de regels uit de APV getoetst. De APV bevat geen afwijkingsmogelijkheden en daarom is de norm dwingend: als een tweede uitrit ten koste gaat van openbaar groen dan moet de vergunning worden geweigerd. Er is geen ruimte voor belangenafweging of maatwerk.

Kan dat anders?

Ja — en dat maakt deze uitspraak leerzaam voor de toekomst. Regels over activiteiten die de fysieke leefomgeving wijzigen, moeten worden opgenomen in het omgevingsplan. Dat geldt dus óók voor regels over uitwegen. Zodra de uitwegregeling uit de APV in het omgevingsplan is opgenomen, wordt een vergunning voor een uitweg een omgevingsvergunning voor een omgevingsplanactiviteit. En van regels in het omgevingsplan kan met een omgevingsvergunning voor een BOPA worden afgeweken.

Waarom dit nú nog niet kan

Volgens de rechtbank bepaalt artikel 22.8 van de Omgevingswet dat de APV niet van rechtswege onderdeel is van het omgevingsplan. En dus blijft de APV (voorlopig) het enige toetsingskader voor vergunningen voor een uitweg. Is de aanvraag in strijd met die regels, dan kan het college (zoals blijkt uit deze uitspraak) niets anders dan de aanvraag weigeren.

Dat het college dan alleen kan weigeren, is dus straks verleden tijd. Voldoet de tweede uitweg niet de regel in het omgevingsplan, dan kan het college alsnog toestemming geven door met een BOPA af te wijken. Dat kan overigens alleen als naar het oordeel van het college voldaan wordt aan een evenwichtige toedeling van functies aan locaties en dat moet dus onderbouwd worden.

Tot slot

De casus draait om een uitweg, maar raakt aan de kern van de Omgevingswet: flexibiliteit, maatwerk en een integrale belangenafweging. Die ruimte gaat ook voor onderdelen van de APV gelden op het moment dat dit is omgezet naar het omgevingsplan. Maar deze flexibiliteit komt met een verantwoordelijkheid: waar voorheen een aanvraag simpelweg bij strijd moest worden geweigerd, zal het college nu moeten nadenken over de mogelijkheid tot afwijken.

Artikel delen