In de uitspraak Rechtbank Oost-Brabant 4 december 2025, ECLI:NL:RBOBR:2025:7779 is naar mijn weten voor het eerst inhoudelijk ingegaan op de toepassing van art. 12.27a Bkl. Dit artikel bepaalt dat bij de toepassing van art. 8.0a, lid 2 Bkl, in ieder geval sprake is van ETFAL voor zover de activiteit niet in strijd is met een eerder verleende omgevingsvergunning voor een omgevingsplanactiviteit.

Deze uitspraak op de verzoeken om een voorlopige voorziening gaat over een drietal omgevingsvergunningen voor tien jaar die het college heeft verleend ten behoeve van de realisering van een tijdelijk asielzoekerscentrum (AZC) in Nuenen.
Op 1 september 2025 heeft het college drie omgevingsvergunningen aan het COA verleend voor de duur van tien jaar voor:
- de omgevingsvergunning voor de activiteit “planologische afwijking van het bestemmingsplan” (art. 2.1, lid 1, onder c Wabo. Dit is de omgevingsvergunning voor het gebruik in strijd met het bestemmingsplan.
- de omgevingsvergunning voor de omgevingsplanactiviteit bouwen en voor de technische bouwactiviteit voor het oprichten van twee tijdelijke woongebouwen en het aanleggen van een tijdelijke uitweg van een AZC (art. 5.1, lid 1, onder a en lid 2, onder a Omgevingswet).
- de omgevingsvergunning voor de omgevingsplanactiviteit bouwen en voor de technische bouwactiviteit voor een tijdelijk dienstengebouw en bijgebouwen van het AZC (art. 5.1, lid 1, onder a en lid 2, onder a Ow).
In de omgevingsvergunning voor het bouwen van het dienstgebouw van het AZC is het college er ten onrechte vanuit gegaan dat de activiteit “afwijken van de regels in het omgevingsplan” niet van toepassing is, dit gelet op art. 4.13 de Iw Ow. De omgevingsvergunning voor het gebruik in strijd met het bestemmingsplan is niet onherroepelijk en geldt reeds daarom niet op basis van art. 4.13 Iw Ow als een omgevingsvergunning voor een omgevingsplanactiviteit.
In de omgevingsvergunning voor de twee woongebouwen gaat het college er vanuit dat de eerder verleende omgevingsvergunning voor het gebruik in strijd met het bestemmingsplan de grondslag biedt om onderhavige aanvraag omgevingsvergunning voor het feitelijk verrichten van de bouwactiviteit te kunnen verlenen gelet op artikel 12.27a Bkl. Ingevolge artikel 12.27a Bkl is in ieder geval sprake van een evenwichtige toedeling van functies aan locaties voor zover de activiteit niet in strijd is met een eerder verleende omgevingsvergunning voor een omgevingsplanactiviteit.
Een redelijke wetsuitleg van dit artikel brengt naar het oordeel van de voorzieningenrechter met zich mee dat ook een onder oud recht verleende omgevingsvergunning voor planologisch afwijkend gebruik in het kader van de Ow een grondslag blijft bieden voor het verlenen van de omgevingsvergunning voor dat bouwplan.