Menu

Filter op
content
PONT Omgeving

Faunabeheer onder de Omgevingswet

De voorzieningenrechter van de Rechtbank Noord-Nederland deed op 14 februari 2025 een uitspraak over de nieuwe systematiek van faunabeheer onder de Omgevingswet (ECLI:NL:RBNNE:2025:524). Faunabeheer kan kort gezegd op grond van art. 11.63 Bal plaatsvinden op grond van een goedgekeurd faunabeheerplan.

27 May 2025

Samenvatting

Samenvatting

Met een maatwerkregel of een maatwerkvoorschrift mag van dat uitgangspunt worden afgeweken in specifieke omstandigheden, namelijk wanneer (i) een omgevingsvergunning voor een flora- en fauna -activiteit voor het beheer is verleend, (ii) de specifieke kenmerken van de diersoort of de aard en omvang van de te verrichten activiteiten maken dat de noodzaak voor een faunabeheerplan ontbreekt en (iii) een opdracht van gedeputeerde staten is gegeven om de omvang van de populatie terug te brengen. In Friesland vond afschot van de populatie damherten in het gebied Oranjewoud/Katlijk plaats op grond van zo een maatwerkvoorschrift en Stichting Animal Rights kwam daartegen op. 

De voorzieningenrechter geeft de stichting gelijk en schorst de werking van het besluit. De voorzieningenrechter oordeelt ten eerste dat in het dossier ten onrechte geen formele opdracht van gedeputeerde staten te vinden is om de omvang van de populatie terug te brengen. Hoewel een opdracht opzichtzelf vormvrij is doet dat niet af aan de eis dat uit de bewoordingen moet voortvloeien dat GS aan een specifieke partij opdraagt om de omvang van de populatie terug te brengen. Dat geldt temeer vanwege het “bevoegdheid scheppende karakter van de opdracht”, aldus de voorzieningenrechter. GS was alleen al daarom niet bevoegd tot het vaststellen van het maatwerkvoorschrift. De voorzieningenrechter overweegt verder dat de er weliswaar een omgevingsvergunning verleend is, maar aan die omgevingsvergunning ten onrechte geen formele aanvraag, ingediend bij het Omgevingsloket, ten grondslag ligt. Er is weliswaar een aantal stukken overgelegd waarin wordt verwezen naar de omgevingsvergunning, maar daaruit blijkt niet eenduidig en ondubbelzinnig dat is beoogd om een aanvraag voor een omgevingsvergunning in te dienen. Aangezien de Ow geen mogelijkheid kent voor een ambtshalve omgevingsvergunning voor flora- en-fauna-activiteit, is het besluit ook om deze reden onbevoegd genomen. 

Artikel delen