Het College van B&W van de gemeente Nijmegen heeft een handhavingsverzoek van een omwonende vanwege geluidsoverlast van een speelterrein van een basisschool (ook gebruik buiten schooltijd) afgewezen. In het verzoek was betoogd dat op grond van het evenredigheidsbeginsel, het rechtszekerheidsbeginsel en artikel 8 EVRM een uitzondering moest worden gemaakt op artikel 2.18 lid 1 onder a Activiteitenbesluit (buiten beschouwing laten stemgeluid), omdat sprake zou zijn van excessief stemgeluid. Verzoeker verwijst daarbij naar een uitspraak van de Afdeling uit 2021 (ECLI:NL:RVS:2021:910) waarin is geoordeeld dat het college een vergunningvoorschrift mocht opnemen ter beperking van excessief klokgelui door een kerk.
De Afdeling stelt dat verzoeker feitelijk betoogt dat het bepaalde in artikel 2.17 en 2.18 Activiteitenbesluit over het buiten beschouwing blijven van stemgeluid, buiten toepassing moet worden gelaten. Deze invulling van het evenredigheidsbeginsel zou volgens de Afdeling meebrengen dat een overtreding wordt aangenomen zonder dat er sprake is van schending van een wettelijk voorschrift geldende ten tijde van de gedraging, en dat in een handhavingsbesluit verdergaande maatregelen kunnen worden gevergd dan tevoren kenbaar uit een wettelijk voorschrift. Een dergelijk invulling van het evenredigheidsbeginsel is volgens de Afdeling op onaanvaardbare wijze in strijd met het rechtszekerheidsbeginsel en het legaliteitsbeginsel, zoals dat voor handhaving ook in artikel 5:4 lid 2 Awb is neergelegd. Om diezelfde reden kan een beroep op artikel 8 EVRM er ook niet toe leiden dat handhavend moet worden opgetreden vanwege een gedraging die op dat moment volgens de wet was toegestaan.
