Geen handhaving tegen verhoging maximumsnelheid naar 130 km/h
In 2016 heeft de minister van Infrastructuur en Waterstaat met een verkeersbesluit de maximumsnelheid op een gedeelte van de A2 verhoogd van 120 km/u naar 130 km/u. Voor de motivering van mogelijke gevolgen hiervan op natuurgebieden werd verwezen naar het Programma Aanpak Stikstof (PAS). Nadat het PAS in 2019 sneuvelde bij de Afdeling, diende Milieudefensie op 5 september 2019 een handhavingsverzoek in wegens strijd met de Wet natuurbescherming. Op 19 december 2019 heeft de minister een nieuw verkeersbesluit genomen waarbij de maximumsnelheid op alle autosnelwegen in Nederland overdag werd verlaagd naar 100 km/u. Vervolgens is het handhavingsverzoek van Milieudefensie afgewezen, omdat de stikstofdepositie door deze maatregel per saldo afnam ten opzichte van de oude situatie (waar de hele dag 120 km/u mocht worden gereden). Bij het tweede verkeersbesluit hoefde daarom geen passende beoordeling gemaakt te worden, zo stelde de minister.
4 June 2025

In hoger beroep betoogde Milieudefensie dat hier sprake was van intern salderen. Gelet op de uitspraak van de Afdeling van 18 december 2024 (
ECLI:NL:RVS:2024:4923) mag intern salderen thans niet meer worden betrokken in de voortoets. In de voortoets mag alleen worden beoordeeld of significante gevolgen voor natuurgebieden ten gevolge van het project (in dit geval: het rijden op de snelweg met 100 km/u overdag en 130 km/u ’s nachts) op zichzelf uitgesloten zijn. Aangezien bij autorijden stikstof wordt uitgestoten, is dat niet het geval, zo oordeelt de Afdeling. De Afdeling vernietigt daarom alsnog het besluit op bezwaar.
Vanuit het oogpunt van finale geschilbeslechting laat de Afdeling de rechtsgevolgen van het besluit op bezwaar echter in stand. Op grond van de 18 december-uitspraak geldt namelijk een overgangsperiode voor activiteiten die tussen 1 januari 2020 en 1 januari 2025 gestart zijn; tot 1 januari 2030 mag niet handhavend worden opgetreden tegen deze activiteiten op de grond dat hier een natuurvergunning voor nodig was. Aangezien de verlaging van de maximumsnelheid op snelwegen inging in maart 2020, geldt het overgangsrecht voor dit verkeersbesluit en hoeft de minister niet handhavend op te treden.
Deze uitspraak biedt een helder voorbeeld van zowel de nieuwe rechtspraak over intern salderen als de gevolgen van het overgangsrecht zoals dat is uiteengezet in deze rechtspraak, buiten de bekende voorbeelden van agrarische activiteiten en woningbouw.