Menu

Filter op
content
PONT Omgeving

Geen planschade voor woonschip: precisering rechtspraak

In twee uitspraken van 24 september 2025 preciseert de Afdeling haar rechtspraak over het onderscheid tussen roerende en onroerende zaken in planschadeprocedures. Op grond van de planschaderegeling kan een tegemoetkoming worden verstrekt voor waardedaling van een onroerende zaak. Al eerder heeft de AbRvS overwogen dat woonschepen niet onroerend zijn en niet in aanmerking komen voor een mogelijke planschadevergoeding (ECLI:NL:RVS:2015:32 en ECLI:NL:RVS:2024:3750).

26 September 2025

Samenvatting

Samenvatting


 
In deze uitspraken bevestigt en preciseert de Afdeling dat oordeel. De Afdeling overweegt dat de op de Wro gebaseerde planologische maatregelen ertoe strekken de bestemming van grond te regelen. Grond is per definitie onroerend. De schaderegeling strekt ertoe te voorzien in compensatie van planschade die is veroorzaakt door een planologische ontwikkeling op de grond van de aanvrager, dan wel als gevolg van een planologische ontwikkeling op gronden van derden. De eigenaar van een op het water gelegen woning, zoals een woonschip, wordt door het onderscheid niet benadeeld ten opzichte van de eigenaar van een aan de wal gelegen woning. Ook maakt de omstandigheid dat de eigenaar beschikt over een voor onbepaalde tijd verleende, overdraagbare publiekrechtelijke ligplaatsvergunningen niet dat zijn positie voor de toepassing van de planschaderegeling vergelijkbaar is met die van een beperkt zakelijk gerechtigde als een erfpachter.
 
Kort gezegd, de eigenaar van een woonschip kan geen aanspraak maken op een tegemoetkoming in de planschade. AbRvS 24 september 2025, ECLI:NL:RVS:2025:4532 (ministerie van I&W) en ECLI:NL:RVS:2025:4538 (Eindhoven)

Artikel delen