Een interessante uitspraak van de voorzieningenrechter over de koppeling tussen de omgevingsvergunning voor het afwijken van het bestemmingsplan (tegenwoordig OPA of BOPA) en de omgevingsvergunning voor de omgevingsplanactiviteit bouwen (op grond van artikel 5.1, lid 1, onder a Omgevingswet jo. artikel 22.26 van de bruidsschat).

De voorzieningenrechter stelt vast dat de omgevingsvergunning waar verzoeksters tegen opkomen, uitsluitend is verleend voor het in strijd met het bestemmingsplan gebruiken van het perceel. Om het gebruik ten behoeve van een maatschappelijke voorziening mogelijk te maken, moeten de eenheden voor beschermd wonen eerst worden gebouwd. De omgevingsvergunning waar verzoeksters in deze zaak tegen opkomen, ziet niet op de bouwactiviteit.
Verzoeksters voeren aan dat zich na de uitspraak van de voorzieningenrechter nieuwe ontwikkelingen hebben voorgedaan. Vergunninghoudster heeft op 4 november 2024 een aanvraag om een omgevingsvergunning ingediend voor de bouw van 36 zorgappartementen.
Een omgevingsvergunning voor het bouwen van de beschermde wooneenheden is (nog) niet verleend.
De voorzieningenrechter overweegt dat de omgevingsvergunning van 12 juli 2024 is verleend op grond van de Wabo, die op 1 januari 2024 is ingetrokken. Op het beroep tegen de omgevingsvergunning is de Wabo met de onderliggende regelingen nog van toepassing, op grond van het overgangsrecht van artikel 4.3 Invoeringswet Omgevingswet. Als de omgevingsvergunning onherroepelijk wordt, is deze op grond van artikel 4.13, lid 1 Invoeringswet Omgevingswet aan te merken als een omgevingsvergunning voor een omgevingsplanactiviteit in de zin van artikel 5.1, lid 1, onder a Omgevingswet, die geldt voor het in afwijking van het omgevingsplan gebruiken van het perceel ten behoeve van beschermd wonen.
Uit artikel 22.26 van het Omgevingsplan volgt dat het verboden is om zonder omgevingsvergunning een bouwactiviteit te verrichten. Deze bepaling staat in de ‘bruidsschat’, waarmee voorheen geldende rijksregels tijdelijk in het omgevingsplan zijn opgenomen. Dit onderdeel is nog niet gewijzigd door de gemeenteraad. Dit betekent dat voor het bouwen van de wooneenheden een (tweede) omgevingsvergunning nodig is voor een omgevingsplanactiviteit in de zin van artikel 5.1, lid 1, onder a Omgevingswet.
Zo lang de bruidsschat in het omgevingsplan op dit onderdeel niet is gewijzigd of zo lang een omgevingsvergunning voor het bouwen niet is verleend, is er bij deze stand van zaken geen sprake van een zodanige spoedeisende situatie dat verzoeksters er belang bij hebben dat een voorlopige voorziening wordt getroffen.