Menu

Filter op
content
PONT Omgeving

Géén sprake van evenwichtige toedeling van functies aan locaties – actievere beoordeling bevoegd gezag dan onder de Wabo

In deze zaak hebben omwonenden bezwaar gemaakt tegen een omgevingsvergunning voor een buitenplanse omgevingsplanactiviteit, waarbij een woning wordt uitgebreid ten behoeve van de vestiging van een huisartsenpraktijk. De bewoners hebben ook een voorlopige voorziening aangevraagd.

4 July 2025


 
De voorzieningenrechter merkt op dat de formulering van de eisen die worden gesteld aan de beoordeling van een omgevingsvergunning voor een buitenplanse omgevingsplanactiviteit verschilt van de formulering van de eisen die werden gesteld aan een omgevingsvergunning onder de Wet algemene bepalingen omgevingsrecht (Wabo). Naast het gebruik van het criterium van een ‘evenwichtige toedeling van functies aan locaties’ in plaats van het criterium ‘goede ruimtelijke ordening’ wordt in artikel 8.0b, tweede lid van het Besluit kwaliteit leefomgeving (Bkl) nadrukkelijk bepaald dat een omgevingsvergunning voor een buitenplanse omgevingsplanactiviteit wordt geweigerd als niet wordt voldaan aan de regels in hoofdstuk 5 van het Bkl. Artikel 8.0b, tweede lid van het Bkl vereist naar het oordeel van de voorzieningenrechter daarom een actievere beoordeling van het bevoegd gezag. Het college moet beoordelen of aan de eisen van hoofdstuk 5 van het Bkl wordt voldaan. Het college heeft weliswaar beoordelingsruimte of verlening van de omgevingsvergunning in overeenstemming is met een evenwichtige toedeling van functies aan locaties maar het college heeft pas beleidsruimte als is voldaan aan de eisen ingevolge artikel 8.0b, tweede lid van het Bkl.
 
Het besluit voldoet niet aan deze eisen. In het besluit is uitsluitend gewezen op het maatschappelijke belang van de huisartsenpraktijk zonder een deugdelijke stedenbouwkundige beoordeling hoe het bouwplan past in de omgeving. De voorzieningenrechter stelt dat ook belangen van omwonenden meegewogen moeten worden, naast het maatschappelijk belang. Dat is ten onrechte niet gebeurd.  
 
Daarnaast is het geluidaspect onvoldoende onderzocht. Het college heeft niet onderkend dat bij de beoordeling of een goed woon- en leefklimaat (ter onderbouwing van het criterium van een evenwichtige toedeling van functies aan locaties) is gewaarborgd niet kan worden volstaan met een toets aan de grenswaarden uit het Activiteitenbesluit. Ook geluid waarop de grenswaarden geen betrekking hebben, zoals geluid van startende en draaiende motoren en scooters, het geluid van dichtslaande portieren en het stemgeluid van bezoekers, dient immers betrokken te worden bij de vraag of een goed woon- en leefklimaat is geborgd. 
 
Het college zal voor wat betreft de stedenbouwkundige beoordeling en het aspect geluid nader onderzoek moeten verrichten en de uitkomst daarvan mee dienen te wegen in het kader van de beoordeling of sprake is van een evenwichtige toedeling van functies aan locaties als bedoeld in artikel 8.0a, tweede lid, van het Bkl. Gelet op deze tekortkomingen op zowel stedenbouwkundig vlak als inzake het geluidsonderzoek, schorst de voorzieningenrechter de omgevingsvergunning.
 
Rechtbank Rotterdam 19 juni 2025, ECLI:NL:RBROT:2025:7723

Artikel delen