Geen vergunning van rechtswege voor omzetting bedrijfswoning in burgerwoning
De appellanten in deze zaak wonen allen in bedrijfswoningen in Amstelveen. De glastuinbouwbedrijven bij deze bedrijfswoningen zijn niet meer in eigendom van de appellanten, zodat het gebruik van deze woningen niet meer als bedrijfswoning was aan te merken en dit in strijd was met het bestemmingsplan. Appellanten hadden daarom allen een omgevingsvergunning aangevraagd om dit gebruik te legaliseren. De aanvragen waren alle drie afgewezen omdat het beoogde gebruik in strijd was met provinciale regels.
4 June 2025

In hoger beroep bij de Afdeling betoogden appellanten dat de aangevraagde vergunningen van rechtswege waren verleend, omdat het college niet binnen de beslistermijn op de aanvragen had beslist. Deze regeling is neergelegd in paragraaf 4.1.3.3 van de Algemene wet bestuursrecht (Awb) en werd van toepassing verklaard op omgevingsvergunningen in artikel 3.9, derde lid, van de Wet algemene bepalingen omgevingsrecht (Wabo). Artikel 3:10, vierde lid, van de Awb bepaalt echter dat de regeling voor vergunningen van rechtswege niet van toepassing is, als de uitgebreide voorbereidingsprocedure van toepassing is. Onder de Wabo was de uitgebreide voorbereidingsprocedure van toepassing op omgevingsvergunningen voor een buitenplanse afwijking, en de reguliere voorbereidingsprocedure op binnenplanse afwijkingen en de zogeheten kruimellijst van bijlage II bij het Besluit omgevingsrecht.
De Afdeling zag zich daarmee voor de vraag gesteld of deze aanvraag kon worden vergund op basis van de kruimellijst. Als dat het geval was, zou immers een vergunning van rechtswege afgegeven zijn. Appellanten stelden dat het slechts ging om een gebruikswijziging (onderdeel 9 van de kruimellijst). Dit onderdeel gold echter alleen voor gebruikswijzigingen binnen de bebouwde kom. Op basis van de feitelijke omstandigheden concludeert de Afdeling dat de woningen buiten de bebouwde kom zijn gelegen. Een kruimelafwijking was daarom niet mogelijk en dus konden de aanvragen alleen vergund worden via een buitenplanse afwijkingsprocedure, waarvoor de uitgebreide voorbereidingsprocedure gold. De conclusie luidt dan ook dat geen vergunning van rechtswege was gegeven.
Onder het huidige recht geldt ook voor buitenplanse omgevingsplanactiviteiten de reguliere voorbereidingsprocedure. Betekent dat dat appellanten meer succes hadden gehad als de procedure onder de Omgevingswet was gevoerd? Nee, want met de Omgevingswet is ook de mogelijkheid van een omgevingsvergunning van rechtswege komen te vervallen. Aangezien de Afdeling oordeelt dat de omgevingsvergunningen terecht waren geweigerd wegens strijd met provinciale regels (zowel de oude Provinciale Ruimtelijke Verordening als de nieuwe Omgevingsverordening), zouden appellanten ook onder het nieuwe recht nul op het rekest hebben gekregen.