Menu

Filter op
content
PONT Omgeving

Geluidsoverlast waar geen haan naar kraait

Bij besluit van 15 februari 2022 heeft de raad van de gemeente Twenterand het bestemmingsplan "Zuidmaten - Oost woongebied, 2e herziening" vastgesteld. Het plan maakt de bouw van maximaal 74 woningen mogelijk. Tegen dit besluit hebben twee appellanten beroep ingesteld.

1 oktober 2024

Jurisprudentie – Samenvattingen

De eerste appellant (hierna: het loonbedrijf) vreest dat zij in haar bedrijfsvoering zal worden belemmerd door de realisatie van de woningen en dat ter plaatse van de voorziene woningen geen aanvaardbaar woon- en leefklimaat gegarandeerd kan worden. Het loonbedrijf stelt dat bewoners van de voorziene woningen geluid-, geur- en stofhinder zullen ondervinden als gevolg van de bedrijfsvoering van het loonbedrijf. De Afdeling stelt dat het loonbedrijf niet aannemelijk heeft gemaakt waarom er sprake van geur- en stofhinder zou zijn. Met betrekking tot de geluidshinder overweegt de Afdeling dat uit het akoestisch onderzoek niet blijkt dat het maximale geluidsniveau ter plaatse van de nieuwe woningen wordt overschreden. Er zal dus geen sprake zijn van een onaanvaardbaar woon- en leefklimaat. In de huidige situatie bestaan in de omgeving van het loonbedrijf al woningen. Deze bevinden zich dichter bij het loonbedrijf dan dat de nieuwe woningen zich zullen bevinden. Dit betekent dat de geplande nieuwe woningen geen invloed hebben op gevreesde beperking van de bedrijfsvoering. Dit komt omdat de bestaande woningen een meer belemmerende factor zijn dan de geplande woningen voor de bedrijfsvoering van het loonbedrijf.

Appellant 2 bezit hobbymatig ongeveer 25 hanen, 50 hennen en 30 kuikens. Appellant vreest dat de toekomstige bewoners zullen gaan klagen over geluidsoverlast veroorzaakt door zijn kippen. Appellant is daarom van mening dat er een ‘kraaizone’ van 500 meter in het plan had moeten worden opgenomen. Volgens de appellant kan deze ‘kraaizone’ een signaleringsfunctie voor toekomstige bewoners vervullen. Deze oplossing is volgens de Afdeling niet mogelijk omdat de Wro geen grondslag biedt om een ‘kraaizone’ met een signaleringsfunctie in het bestemmingsplan op te nemen. Uit het ‘akoestisch onderzoek kraaiende hanen’ volgt verder dat in het slechtste geval – wanneer de hanen zich op 5 meter afstand van de nieuwe woningen zullen bevinden in de avond – het hanengekraai niet hoger komt dan 64 dB(A). Dit is volgens de Afdeling een aanvaardbaar woon- en leefklimaat. Enkel wanneer de hanen op de kavelgrens van een geplande woning zouden kraaien in de avond wordt het maximale geluidsniveau met 3 dB(A) overschreden. Volgens de Afdeling wordt het geluidsniveau bij een al bestaande woning in de avond met 5 dB(A) overschreden. Hierdoor is deze woning een meer belemmerende factor voor de appellant dan de voorziene nieuwe woningen. De Afdeling ziet om deze reden geen aanleiding voor het oordeel dat de raad het bestemmingsplan niet heeft kunnen vaststellen.

De Afdeling is er ten slotte als de kippen bij om de beroepen van beide appellanten ongegrond te verklaren.

Door Cas Goossens

Artikel delen