De uitspraak van de Afdeling van 29 oktober 2025 zag op de weigering van een omgevingsvergunning voor het transformeren van een woning tot vier studio’s: twee op de begane grond en twee op de eerste etage. Het college van burgemeester en wethouders van Amersfoort had zich op het standpunt gesteld dat het bouwplan in strijd was met het bestemmingsplan, omdat het gestapelde woningen betrof. Die mochten volgens het college alleen worden gebouwd binnen de bestemming ‘Wonen-4’, terwijl binnen de hier geldende bestemming ‘Wonen-1’ uitsluitend aaneen gebouwde woningen gebouwd mochten worden.

De Afdeling stelt voorop dat het hier gaat om vier zelfstandige wooneenheden en dus vier woningen als bedoeld in de planregels. Vervolgens is de vraag of het hier gaat om ‘aaneen gebouwde woningen’. Nee, stelt het college, want voor gestapelde woningen is een specifieke woonbestemming (Wonen-4) in het leven geroepen die hier niet geldt. Ja, oordeelt de Afdeling, want gestapelde woningen kunnen (volgens de definitie in het Van Dale-woordenboek) ook als ‘aaneen gebouwd’ worden beschouwd. De planregels sloten dit niet uit en bepaalden overigens ook niet dat gestapelde woningen uitsluitend binnen Wonen-4 gebouwd mochten worden. Eindstand: het bouwplan was niet in strijd met het bestemmingsplan en de weigering van de omgevingsvergunning was ondeugdelijk gemotiveerd.
Belangrijk voor deze uitspraak was dat het Van Dale-woordenboek, dat veelal leidend is bij de uitleg van begrippen in planregels als deze niet apart zijn gedefinieerd, geen onderscheid maakt tussen horizontaal aaneen gebouwd en verticaal aaneen gebouwd, hoewel dit onderscheid vrijwel zeker wel door de planwetgever was beoogd. De les is dus dat de planwetgever er goed aan doet om begrippen zoveel mogelijk in de planregels te definiëren, omdat de Afdeling nogal eens geneigd is om daar anders een ruimere uitleg aan te geven dan hetgeen bedoeld was.