Menu

Filter op
content
PONT Omgeving

Gewijzigde lijn voor intern salderen geldt ook voor algemene regels over agrarisch gebruik en tips additionaliteitsvereiste

In deze zaak, waarin een natuurvergunning wordt bestreden voor de bouw en realisatie van 163 woningen in Egmond aan den Hoef, heeft de Afdeling geoordeeld dat de gewijzigde lijn voor intern salderen (zie ECLI:NL:RVS:2024:4923), ook geldt voor intern salderen met een toestemming ontleend aan algemene regels over agrarisch gebruik. De uitspraak bevat weer een leesbare en welkome samenvatting. De wijziging komt er, zo staat in de samenvatting, in de kern op neer, dat intern salderen met een toestemming ontleend aan algemene regels over bemesten, evenals intern salderen met natuur- en/of milieutoestemmingen, niet meer mag worden betrokken bij de vraag of een natuurvergunning nodig is. Intern salderen met een van de bovengenoemde toestemmingen mag wel worden betrokken bij de vraag of een natuurvergunning kan worden verleend.

6 June 2025

Jurisprudentie – Samenvattingen

Voor de wijze waarop wordt bepaald of er een referentiesituatie kan worden ontleend aan algemene regels over bemesten en wat de omvang van de referentiesituatie is, wordt aangesloten bij de uitspraak van de Afdeling van 12 oktober 2022, ECLI:NL:RVS:2022:2874. Aan dat kader wordt toegevoegd dat, bij intern salderen met een toestemming die is ontleend aan algemene regels over agrarisch gebruik van gronden, de gevolgen van dat toegestane gebruik als landbouwgrond in de referentiesituatie mogen worden betrokken, tenzij die gronden structureel niet meer in gebruik zijn als landbouwgrond en niet zonder nieuwe natuurtoestemming opnieuw in gebruik kunnen worden genomen als landbouwgrond.

De uitspraak heeft ook tot gevolg dat intern salderen met een referentiesituatie ontleend aan algemene regels alleen mogelijk is, als voldaan is aan het additionaliteitsvereiste. De Afdeling licht toe dat het additionaliteitsvereiste alleen ziet op het gedeelte van de referentiesituatie dat wordt ingezet als mitigerende maatregel.

Ook verduidelijkt de Afdeling in deze uitspraak dat de afweging over welke instandhoudings- en/of passende maatregelen worden getroffen niet plaatsvindt op het niveau van het individuele project, maar project-overstijgend is. Dat betekent niet dat de aspecten die samenhangen met het individuele project helemaal geen rol kunnen spelen. 

De Afdeling wijst erop dat, als een plan, programma of pakket van maatregelen waarin gemotiveerd wordt welke instandhoudingsmaatregelen en passende maatregelen die nodig zijn om uitvoering te geven aan artikel 6, eerste en tweede lid, van de Hrl, worden getroffen, in uitvoering is, dit behulpzaam kan zijn bij de beoordeling of voldaan is aan het additionaliteitsvereiste.

AbRvS 28 mei 2025, ECLI:NL:RVS:2025:2404

Artikel delen