De uitspraak van de Afdeling van 10 december 2025 inzake een handhavingskwestie in de gemeente Voorne aan Zee is interessant vanwege een overweging die gaat over de grondentrechter. Enige tijd geleden heeft de Afdeling uitgesproken dat in het omgevingsrecht wordt vastgehouden aan de grondentrechter. Dat betekent dat in hoger beroep geen gronden kunnen worden aangevoerd die niet ook in beroep zijn aangevoerd.

In deze zaak, die gaat over een dwangsombesluit vanwege bewoning door arbeidsmigranten in strijd met het bestemmingsplan, wordt voor het eerst in hoger beroep aangevoerd dat dit gebruik niet in strijd met het bestemmingsplan zou zijn. Het college stelt zich op het standpunt dat appellant deze grond niet bij de rechtbank heeft aangevoerd. Volgens het college dient een beoordeling van deze grond daarom achterwege te blijven vanwege de grondentrechter tussen het beroep en het hoger beroep in het omgevingsrecht. De Afdeling volgt dat standpunt niet. Daartoe overweegt de Afdeling dat het betoog, dat geen sprake is van een overtreding van de planregels die de bevoegdheid tot handhavend optreden creëert, niet los kan worden gezien van de vraag of het college bevoegd was om het dwangsombesluit te nemen. Alleen al omdat de beroepsgrond aldus de bevoegdheid van het college aangaat, zal de Afdeling deze grond inhoudelijk beoordelen.