De padelrage blijft ook in de rechtszaal de gemoederen bezig houden. Ditmaal bij de Rechtbank Noord-Nederland (ECLI:NL:RBNNE:2025:5078). Op de padelbaan kan het er natuurlijk competitief aan toegaan, maar het is volgens het omgevingsplan ook te typeren als een vechtsport?

Het college heeft een preventieve last onder dwangsom opgelegd om een object niet te (laten) gebruiken in strijd met het tijdelijke deel van het omgevingsplan voor padelactiviteiten.
Het realiseren van 4 indoor padelbanen is in strijd met het omgevingsplan. Padel is namelijk een bal- en racketsport die wordt gespeeld op een omsloten veld of in een kooi. Sport is niet toegestaan binnen de bestemming “Bedrijventerrein”, waardoor het beoogde gebruik van de 4 indoor padelbanen in strijd komt met het omgevingsplan. De enige vorm van sport dat het omgevingsplan toestaat op deze locatie is een fitnesscentrum of sportschool.
Het college stelt zich op het standpunt dat volgens de Van Dale onder “fitnesscentrum” wordt verstaan: gebouw dat is ingericht voor fitnesstraining. Onder “fitnesstraining” verstaat de Van Dale het volgende: training door middel van lichaamsbeweging, oefeningen met toestellen, gebruik van sauna én solarium en dergelijke voor het óp peil houden van de lichamelijke conditie. Ten slotte definieert de Van Dale “sportschool” als volgt: een instelling waar je aan conditietraining en fitness kunt doen en een school voor vechtsporten. De sport padel is niet aan te merken als fitnesstraining, conditietraining of vechtsport volgens het normale spraakgebruik, waardoor een gebouw met 4 indoor padelbanen niet is aan te merken als fitnesscentrum of sportschool. Het feit dat naast de padelbanen tevens fitnessapparaten worden geplaatst, maakt volgens het college niet dat de padelbanen onderdeel uitmaken van een fitnesscentrum/sportschool of daaraan ondergeschikt zijn.
Naar het oordeel van de voorzieningenrechter heeft het college zich terecht op het standpunt gesteld dat de sport padel volgens het normale spraakgebruik niet valt aan te merken als fitnesstraining, conditietraining of vechtsport. Hierbij neemt de voorzieningenrechter in aanmerking dat padel gezien dient te worden als een racket- en balsport voor twee spelers of voor paren, waarbij een bal, gelijkend op een tennisbal met een racket over een net gespeeld wordt. Het wordt aangeduid als een mix tussen tennis en squash. Gelet hierop volgt de voorzieningenrechter verzoekster niet in haar betoog dat het gebruik van vier indoor padelbanen onder de bestemming “Bedrijventerrein” valt.
Hieruit volgt naar het oordeel van de voorzieningenrechter dat het college zich terecht op het standpunt heeft gesteld dat er sprake is van een overtreding van een wettelijk voorschrift, zodat hij bevoegd was tot handhavend optreden.