Menu

Filter op
content
PONT Omgeving

Het belang van een niet onherroepelijke omgevingsvergunning bij de vaststelling van een bestemmingsplan

Het college van burgemeester en wethouders van de gemeente Eersel heeft op 15 mei 2020 een omgevingsvergunning verleend om af te wijken van de regels van het bestemmingsplan ‘Buitengebied 2017’. Met die omgevingsvergunning werd de bouw van een woning, berging, een paardenstal, een vogelkooi en een paardenbak mogelijk gemaakt. De raad heeft op 4 juli 2023 het bestemmingsplan ‘Buitengebied 2017, tweede herziening’ gewijzigd vastgesteld. Volgens het herstelbesluit heeft de raad de omgevingsvergunning van 15 mei 2020 geïmplementeerd in dat bestemmingsplan.

16 April 2025

Samenvatting

Samenvatting

Beroepsgrond

Appellant heeft beroep ingesteld tegen het vaststellingsbesluit van 31 mei 2022 en het herstelbesluit van 4 juli 2023. Hij betoogt dat de bijgebouwen en de paardenbak waarvoor een omgevingsvergunning is verleend niet positief zijn bestemd.

Overwegingen

De planregels bepalen dat binnen de bestemming ‘Wonen’ maximaal één bijgebouw is toegestaan met een maximale oppervlakte van 120 m2. Het college heeft echter een vergunning verleend voor de berging, paardenstal en vogelkooi met een totale oppervlakte van 151,9 m2. De planregels bepalen verder dat binnen de bestemming ‘Agrarisch met waarden – Landschappelijke en natuurlijke waarden’ uitsluitend bouwwerken, geen gebouwen zijnde ten behoeve van het agrarisch grondgebruik mogen worden opgericht met een maximale bouwhoogte van 2 meter worden gebouwd en dat paardenbakken buiten het bouwvlak niet zijn toegestaan. Het college heeft echter de omgevingsvergunning ook verleend voor een paardenbak, die gesitueerd is op gronden waar volgens het bestemmingsplan geen bouwvlak aanwezig is. De Afdeling oordeelt dat de raad bij de gewijzigde vaststelling van het bestemmingsplan ‘Buitengebied 2017, tweede herziening’ geen rekening heeft gehouden met de omgevingsvergunning van 15 mei 2020.

De Afdeling verwijst naar de uitspraak van 29 juni 2016 (ECLI:NL:RVS:2016:1812). Uit deze uitspraak volgt dat een niet onherroepelijke omgevingsvergunning een zwaarwegend belang vormt dat de raad moet betrekken bij de besluitvorming omtrent een bestemmingsplan. Dit doet niets af aan het feit dat de raad ook andere relevante belangen bij de vaststelling van een bestemmingsplan moet betrekken.

Conclusie

De Afdeling overweegt dat de raad niet inzichtelijk heeft gemaakt dat bij het herstelbesluit voldoende rekening is gehouden met het zwaarwegende belang dat de niet onherroepelijke omgevingsvergunning vormt. Het herstelbesluit voldoet volgens de Afdeling niet aan het zorgvuldigheidsbeginsel en het motiveringsbeginsel. De Afdeling draagt de raad van de gemeente Eersel op om alsnog een afweging te maken en daarbij voldoende rekening te houden met de niet onherroepelijke omgevingsvergunning van 15 mei 2020.

Artikel delen