Menu

Filter op
content
PONT Omgeving

Het mysterie van de aangetroffen doos

Het college van burgemeester en wethouders van de gemeente Den Haag besloot op 5 mei 2024 zijn beslissing om op 11 april 2024 spoedeisende bestuursdwang toe te passen op schrift te stellen. Op 10 juli 2024 verklaarde het college het bezwaar van appellant tegen dit besluit ongegrond. De bestuursdwang ziet op het in strijd met de Afvalstoffenverordening van de gemeente Den Haag aanbieden van huishoudelijke afvalstoffen.

30 April 2025

Jurisprudentie – Samenvattingen

Concreet gaat het in deze zaak om een platgemaakte doos, aangetroffen naast een ondergrondse restafvalcontainer. De vraag die centraal staat is niet of de doos afkomstig is van appellant, maar of appellant zelf de doos verkeerd heeft aangeboden. Wanneer verkeerd aangeboden huishoudelijk afval te herleiden valt tot een bepaald persoon, is dit volgens vaste jurisprudentie voldoende om aan te tonen dat deze persoon het afval daadwerkelijk verkeerd heeft aangeboden. Het is vervolgens aan deze persoon zelf om dit te ontkrachten.

Volgens appellant is de in deze zaak centraal staande doos inderdaad van hem afkomstig, hij heeft deze doos echter cadeau gedaan aan zijn nichtje tijdens het Suikerfeest. In de doos zat namelijk een kinderfiets. Op de dag dat de doos was aangetroffen was appellant daarnaast al sinds half acht ’s ochtends aan het werk. Het zou volgens appellant niet logisch zijn als hij via een omweg naar zijn werk zou rijden, enkel om een doos naast een afvalcontainer te plaatsen.

De Afdeling overwoog uiteindelijk dat de verklaring van appellant voor voldoende twijfel heeft gezorgd. Het feit dat de doos op een afstand van 1.4 kilometer van de woning van appellant is aangetroffen past binnen de feiten die appellant schetste. Het beroep van appellant is hiermee gegrond. Het college moet het bedrag van € 199,57 – aan bestuursdwang kosten – terugbetalen aan appellant.

Artikel delen