Kan eventueel verplichte inspraak volgens de lokale participatie- en inspraakverordening deel gaan uitmaken van de procedure voor vaststelling van een bestemmingsplan?
De Afdeling lijkt die mogelijkheid in haar uitspraak van 19 maart 2025, ECLI:NL:RVS:2025:975, over het bestemmingsplan "Weijen-West fase 1” van de raad van Bernheze niet uit te sluiten; zij overweegt namelijk:
“Op grond van de Inspraak- en participatieverordening Bernheze 2012 bestaat er geen verplichting om participatie of inspraak te organiseren buiten de wettelijk vastgestelde (formele) procedure van afdeling 3.4 van de Awb.
Wel kan de raad hiervan afwijken. In dit geval is de zogenaamde participatieladder toegepast. Onder meer zijn in het kader van de gevoerde omgevingsdialoog voorafgaand aan de formele procedure diverse gelegenheden geweest waarbij omwonenden hun wensen en ideeën hebben kunnen aangeven. Het is de Afdeling niet gebleken dat een vorm van verplichte participatie of inspraak is geschonden in dit geval. Dat [appellant] en anderen van mening zijn dat hun wensen en voorstellen niet goed zijn opgepakt door de raad doet hieraan niet af.”
Terzijde: er was al jurisprudentie over het kunnen weigeren van planologische medewerking als participatiebeleid niet gevolgd was, bijv. ABRvS 12 juli 2023, ECLI:NL:RVS:2023:2674, en ABRS 18 december 2019, ECLI:NL:RVS:2019:4209.
