Menu

Filter op
content
PONT Omgeving

Invordering dwangsom verjaard

Door het college van de gemeente Loon op Zand zijn al in 2017 een aantal lasten onder dwangsom opgelegd voor bouwwerken die zijn gerealiseerd zonder of in afwijking van een vergunning. De last is onderwerp geweest van een procedure bij de rechtbank die op 8 april 2019 (ECLI:NL: RBZWB: 2019:6302) uitspraak deed. De last is opgeschort tot zes weken nadat op het beroep is beslist. Dat betekent volgens de Afdeling dat de begunstigingstermijn verloopt op 20 mei 2019.

23 December 2025

Jurisprudentie – Samenvattingen

Anders dan het college betoogt begint de termijn volgens de Afdeling dus op de dag na de uitspraak en niet op de dag na verzending van de uitspraak. Zo interpreteert de Afdeling deze uitspraak. De uitspraak van de rechtbank was op een later tijdstip verzonden.

De rechtbank heeft in de procedure over de invordering, anders dan de Afdeling doet in de uitspraak van 17 december 2025, het college wel gevolgd in het standpunt dat de hiervoor bedoelde termijn begint te lopen na verzending.  Appellant had op 21 mei 2019 een verzoek gedaan om de begunstigingstermijn te verlengen. Dat verlengingsverzoek is door het college gehonoreerd op 13 juni 2019. Er is geen sprake van een nieuwe begunstigingstermijn maar van een verlenging van een bestaande termijn.

De Afdeling wijst erop dat volgens haar uitspraak van 16 april 2014 (ECLI:NL: RVS: 2014:1340) een begunstigingstermijn die al verstreken is, niet kan worden verlengd. Het verzoek van 21 mei 2019 is dus volgens de Afdeling gedaan na het verstrijken van de termijn. Dat betekent dat het verbeuren van de dwangsommen begint te lopen op 21 mei 2019 en de dwangsommen volgens de last, na tien weken, op 30 juli 2019, zijn volgelopen. Op grond van artikel 5:35 Awb zoals dat in 2019 luidde verjaart de bevoegdheid tot invorderen na een jaar. De verjaring is niet gestuit of verlengd.

In deze zaak zit er echter een ‘addertje onder het gras’ voor het college. Want in het besluit tot verlenging van 13 juni 2019 is namelijk bepaald dat voor die bouwwerken waarvoor moest worden gesloopt de last zou worden verlengd tot zes weken na de uitspraak van de Afdeling in hoger beroep. Voor één bouwwerk is met succes een verzoek ingediend bij de Voorzieningenrechter van de Afdeling om de last te schorsen tot zes weken na de uitspraak van de Afdeling (ECLI:NL: RVS: 2019:2253).

Het college neemt pas op 22 december 2021 een invorderingsbesluit, nadat er op 19 mei 2021 (ECLI:NL: RVS:2021:1068) uitspraak was gedaan in de hoger beroepen over de oplegging van de last onder dwangsom. Zij heeft dus gewacht op het hoger beroep uitspraken van de Afdeling, maar dat was dus meer dan een jaar nadat de dwangsommen waren verbeurd. De mogelijkheid om in te vorderen is dan verjaard.

De Afdeling wijst er voorts op dat de uitspraak van de Voorzieningenrechter van de Afdeling niet een verlenging van de begunstigingstermijn inhoudt maar slechts een schorsing van de last. De zaak loopt dus goed af voor appellant. Want het college is na een langdurige procedure niet meer bevoegd om in te vorderen. Het hoger beroep is door de Afdeling gegrond verklaard.

De uitspraak wijst ons nog op twee lessen voor de praktijk:

  • let er als appellant op wanneer de begunstigingstermijn exact eindigt wanneer, zoals in dit geval mogelijk meer interpretaties mogelijk zijn en kies voor de veilige weg en, als bestuursorgaan: realiseer je dat een eenmaal verlopen termijn, ook al is het maar één dag, niet verlengd kan worden.

  • onder huidig recht is de situatie gewijzigd; artikel 5:35 lid 2 Awb bepaalt dat indien op de dag dat de dwangsom verjaart er bezwaar, beroep of hoger beroep mogelijk is of aanhangig is, de termijn verlengd wordt tot nadat er onherroepelijk is beslist op dit rechtsmiddel.