Het college van Amsterdam heeft een omgevingsvergunning geweigerd voor het plaatsen van een geldautomaat in de voorgevel van het gebouw. De aanvrager, In2Retail is een bedrijf dat is gespecialiseerd in de exploitatie van geldautomaten. Zij wil ook een automaat plaatsen in de voorgevel van het pand op het perceel. In het pand is een winkel gevestigd. Die functie blijft behouden. Uit de uitspraak AbRvS 5 november 2025, ECLI:NL:RVS:2025:5344 (Amsterdamse geldautomaat) blijkt dat het college onvoldoende heeft gemotiveerd dat een geldautomaat als een toeristische voorziening moet worden aangemerkt.

Als bekend, vindt het college van Amsterdam dit soort voorzieningen beleidsmatig onwenselijk, vanwege de druk die deze voorzieningen kunnen uitoefenen op de functiemenging en de vergroting van de kans op monocultuur. Omdat in stadsdeel Centrum al eerder een besluit is genomen tegen toeristische voorzieningen is er behoefte om het zogenoemde waterbed-effect op te vangen. Het college heeft verder van belang geacht dat er geen maatschappelijke noodzaak lijkt om een geldautomaat hier alsnog toe te staan, aangezien er in de omgeving voldoende vergelijkbare voorzieningen aanwezig zijn. Het college heeft tot slot aangegeven dat er, gelet op het feit dat het gaat om een monumentaal pand en er woningen op de bovenverdieping zijn gevestigd, zorgen zijn met betrekking tot de veiligheid. Een geldautomaat brengt volgens het college een risico van ram- en plofkraken met zich.
Volgens de Afdeling heeft het college het tegengaan van deze ontwikkelingen, die gevolgen kunnen hebben voor het woon- en leefklimaat in het stadsdeel, kunnen betrekken in de ruimtelijke afweging. De Afdeling overweegt in dit verband dat de leefbaarheid van de stad een ruimtelijk relevant aspect is, zie uitspraak van de Afdeling van 15 april 2020, ECLI:NL:RVS:2020:1075 (onder 16.1 en 16.2).
Maar het college moet wel onderbouwen dat de beoogde geldautomaat als een toeristische voorziening moet worden gezien en dat de geldautomaat bijdraagt aan de ontwikkeling van een monocultuur en druk kan uitoefenen op de functiemenging in het stadsdeel, hetgeen het college onwenselijk acht. Het college heeft die onderbouwing niet gegeven. De Afdeling overweegt verder dat het college de veiligheidsrisico's van geldautomaten als een relevant aspect mag meenemen in de belangenafweging, maar uit de gemaakte belangenafweging blijkt niet dat is meegewogen dat de geldautomaat aan dezelfde veiligheidseisen voldoet als bijvoorbeeld de geldautomaten van Geldmaat. Die geldautomaten mochten wel in de omgeving van woningen worden geplaatst.