In artikel 8.84 Bkl is voorzien in een expliciete toetsing aan de doelstellingen van de Kaderrichtlijn Water (KRW). De hieronder opgenomen uitspraak is een mooi voorbeeld van de toepassing van dit kader. Het gaat om een aanvraag om omgevingsvergunning voor een beperkingengebiedactiviteit met betrekking tot een waterstaatswerk (een omgevingsvergunning ex artikel 5.1 lid 2 onder f sub 2 Ow). In artikel 8.84 Bkl zijn onder andere de criteria goede toestand van het oppervlaktewater en goede chemische toestand van het oppervlaktewater opgenomen. Bijlage III en V van de KRW vullen deze begrippen in.
Onder verwijzing naar het Wezer-arrest van het HvJ (ECLI:EU:C:2015:433) overweegt de voorzieningenrechter van de rechtbank Noord-Nederland o.a. dat niet iedere verslechtering van de waterkwaliteit een achteruitgang is. Er is wel sprake van een achteruitgang wanneer de toestand van minstens één van de kwaliteitselementen van bijlage V van de KRW één klasse achteruitgaat. Wanneer het kwaliteitselement zich al in de laagste klasse bevindt, is iedere verslechtering een achteruitgang van de toestand. Een tijdelijke afwijking is verder slechts mogelijk onder strikte voorwaarden.
In dit geval bevat het besluit eigenlijk geen motivering op dit punt, dus volgt schorsing.
