Menu

Filter op
content
PONT Omgeving

Kan als APV-vergunning moet worden geweigerd (die als omgevingsplanactiviteit wordt aangemerkt) met een OPA of BOPA van de omgevingsplanregels worden afgeweken?

Daar deed de Rechtbank Oost-Brabant heeft op 22 augustus 2025, ECLI:NL:RBOBR:2025:5126 een instructieve uitspraak over. In deze uitspraak beoordeelt de rechtbank het beroep van eisers tegen het verlenen van een omgevingsvergunning aan de vergunninghouder voor het realiseren van een toegangsweg bij de [adres] in [woonplaats] (de oprit). Eiser woont in de buurt en is het niet eens met de verlening van de vergunning. De rechtbank komt in deze uitspraak tot het oordeel dat het bestreden besluit niet juist is. De vergunning had moeten worden geweigerd vanwege strijd met de APV.

23 August 2025

Samenvatting

Samenvatting

Daar deed de Rechtbank Oost-Brabant heeft op 22 augustus 2025, ECLI:NL:RBOBR:2025:5126 een instructieve uitspraak over. In deze uitspraak beoordeelt de rechtbank het beroep van eisers tegen het verlenen van een omgevingsvergunning aan de vergunninghouder voor het realiseren van een toegangsweg bij de [adres] in [woonplaats] (de oprit). Eiser woont in de buurt en is het niet eens met de verlening van de vergunning. De rechtbank komt in deze uitspraak tot het oordeel dat het bestreden besluit niet juist is. De vergunning had moeten worden geweigerd vanwege strijd met de APV.



Op grond van artikel 2:12, lid 1, van de Algemene plaatselijke verordening (de Apv) is het verboden zonder omgevingsvergunning een uitweg te maken naar de weg of verandering te brengen in een bestaande uitweg naar de weg. De omgevingsvergunning voor een uitrit is een vergunning voor een activiteit die de fysieke leefomgeving blijvend wijzigt. Ingevolge artikel 2.1 Omgevingsbesluit zullen regels over dergelijke activiteiten in het Omgevingsplan moeten worden opgenomen. Ingevolge artikel 22.8 Omgevingswet geldt het in de APV opgenomen verbod om zonder vergunning een uitweg aan te leggen als een verbod als bedoeld in artikel 5.1, lid 1 onder a, van de Omgevingswet.

De rechtbank stelt vast dat artikel 2.12 van de Apv een vastomlijnd toetsingskader geeft. De vergunning wordt slechts geweigerd als de activiteit in strijd is met één of meer van de genoemde weigeringsgronden. De rechtbank vat dit op als een verplichting om te weigeren en geen bevoegdheid om te weigeren. Op grond van artikel 2:12, lid 2, onder d, van de Apv wordt de aanvraag om een uitwegvergunning geweigerd als er sprake is van een uitweg van een perceel dat al door een andere uitweg wordt ontsloten, en de aanleg van deze tweede uitweg ten koste gaat van een openbare parkeerplaats of openbaar groen.

Gelet op de redactie van artikel 22.8 Omgevingswet maakt de Apv geen onderdeel uit van het Omgevingsplan. Daarom is het ook niet mogelijk om een omgevingsvergunning voor een binnenplanse of buitenplanse omgevingsplanactiviteit te verlenen. Deze omgevingsvergunning blijft hoe dan ook in strijd met artikel 2.12, lid 2 onder d Apv. De rechtbank ziet in de Apv geen bepaling die een grondslag biedt om af te wijken van de Apv. Dat betekent dat de omgevingsvergunning moet worden geweigerd.

Artikel delen