Op deze vraag ging de Rechtbank Midden-Nederland in een uitspraak van 26 juni 2025, ECLI:NL:RBMNE:2025:2840. Eisers voeren aan dat het college voor het bouwplan ten onrechte geen verklaring van geen bedenkingen (vvgb) aan de gemeenteraad heeft gevraagd. Het college heeft in het bestreden besluit verwezen naar een raadsbesluit van 28 januari 2021 over de invulling van de adviesrol van de gemeenteraad bij afwijkingen van het omgevingsplan. In bijlage 2 bij dat besluit is een lijst met categorieën opgenomen van gevallen waarin de gemeenteraad een bindend advies aan het college moet geven, en die lijst is ook per direct toe te passen bij afwijkingen van het huidige bestemmingsplan.
Volgens eisers is de grondslag van het raadsbesluit van 28 januari 2021 echter de (destijds) toekomstige Omgevingswet is, en is door de gemeenteraad niet bedoeld om ook categorieën van gevallen aan te wijzen waarvoor al dan niet een vvgb vereist is onder het regime van de Wabo. Dit heeft tot gevolg dat een algemene verklaring van geen bedenkingen ontbreekt en dat voor het kunnen verlenen van de gevraagde omgevingsvergunning dus een specifieke verklaring van geen bedenkingen van de gemeenteraad had moeten worden verkregen.
De rechtbank stelt voorop dat het college in beginsel niet bevoegd is om een omgevingsvergunning te verlenen en buitenplans af te wijken van de beheersverordening, zonder de gemeenteraad om een verklaring van geen bedenkingen te vragen (art. 6.5 Bor jo. artt. 2.7 en 2.20a Wabo). Het is de gemeenteraad die hier gelet op zijn bestuurlijke verantwoordelijkheid voor het ruimtelijk beleid beslissingsbevoegd is. Hierop is een uitzondering mogelijk indien de gemeenteraad categorieën van gevallen heeft aangewezen waarvoor een verklaring van geen bedenkingen niet vereist is (Art. 6.5, lid 3 Bor, zie ook ABRvS 9 september 2020, ECLI:NL:RVS:2020:2206).
De rechtbank kan het college volgen in het standpunt dat in het raadsbesluit van 28 januari 2021 en de daarbij behorende bijlage 2 categorieën van gevallen worden aangewezen waarin een vvgb is benodigd als bedoeld in art. 6.5, lid 3 Bor. Het is op zichzelf juist dat het raadbesluit in de eerste plaats ziet op de invulling van de adviesrol van de gemeenteraad bij het omgevingsplan onder het regime van de (destijds) toekomstige Omgevingswet. Uit de expliciete bewoordingen van het raadsbesluit volgt echter dat de gemeenteraad daarnaast heeft beoogd om de lijst in bijlage 2 bij het raadsbesluit ook per direct toe te passen bij afwijkingen van de op dat moment geldende planologische regels (zoals de beheersverordening) en hiermee de lijst uit het voorgaande raadsbesluit van 4 maart 2013 te vervangen.