De raad van de gemeente Leidschendam-Voorburg heeft het, volgens de raad hoofdzakelijk conserverende, bestemmingsplan ‘Stedelijk’ vastgesteld. Appellanten, grotendeels omwonenden, komen op tegen dit plan met een groot scala aan gronden. Gelegen in het plangebied is een van de grootste winkelcentra van Nederland, het Westfield Mall of the Netherlands. Hier ziet een deel van de bezwaren op.
Een van de appellanten stelt dat er geen verkeersonderzoek ten grondslag ligt aan het bestemmingsplan, terwijl hij nu al hinder ondervindt van het winkelcentrum.
Toen het winkelcentrum positief werd bestemd is de raad ervan uit gegaan dat de nabijgelegen provinciale ontsluitingswegen ongelijkvloers zouden worden gemaakt, waardoor de doorstroming sterk zou verbeteren. Dit project is echter gepauzeerd, en door de stikstofproblematiek ziet het er niet naar uit dat dit op korte termijn gaat veranderen.
De Afdeling oordeelt dat op basis hiervan er geen sprake is van besluitvorming die met de vereiste zorgvuldigheid is vastgesteld.
Ook de planregels zijn het onderwerp van beroepsgronden. Zo zouden regels over bijgebouwen tegenstrijdig zijn en staat er in de verbeelding ‘detailhandel uitgesloten’ en in de planregels ‘(-dh)’. Op deze punten heeft de raad ook onzorgvuldig gehandeld.
Daarnaast zou de raad ten onrechte de gebruiksmogelijkheden van gebieden hebben verruimd zonder dat daar onderzoek naar is gedaan. Zo zou op de locatie van een speeltuin ook een theater mogelijk zijn door de bestemming ‘Cultuur en ontspanning’, en zou bestemming ‘Maatschappelijk’ ook een kinderopvang toe laten.
De raad erkent dat het abusievelijk niet de functieaanduiding speeltuin aan de speeltuin heeft toegekend. Met betrekking tot de kinderopvang verweert de raad zich met de stelling dat het de bedoeling is om een uniforme regeling te creëren door kinderopvang aan te merken als een maatschappelijke voorziening. De Afdeling oordeelt echter dat dit nog steeds een feitelijke uitbreiding van de gebruiksmogelijkheden betreft, en dus onderzocht had moeten worden.
De raad wordt met een bestuurlijke lus terug naar de tekentafel gestuurd. Hier krijgt het 16 weken voor, in het belang van een spoedige beëindiging van het geschil.