In 2017 heeft de raad van de gemeente Oude IJsselstreek een bestemmingsplan vastgesteld waarin de bouw van 9 windturbines mogelijk werd gemaakt. Ondertussen staan daar ook 9 windturbines. Stichting TegenWind(molens) Netterden heeft als doel het garanderen van een goed woon- en leefklimaat in de gemeente en heeft de gemeente verzocht om het bestemmingsplan aan te passen. Dit verzoek heeft de gemeente afgewezen.
Meerdere bestemmingsplannen en bouwvergunningen zijn al, met wisselend succes, aangevochten bij de Afdeling. De onderhavige zaak is de nieuwste poging van de stichting, met verwijzing naar een arrest van het Hof van Justitie van de Europese Unie, het Nevele-arrest.
Onder verwijzing naar een tussenuitspraak van de Afdeling uit 2021 volgt dat voor de windturbines een milieubeoordeling gemaakt had moeten worden, op grond van de SMB-richtlijn. Hier zijn de gemeente, de bezwaarmakers en de Afdeling het over eens. De Gemeenteraad stelt echter dat sinds het besluit tot afwijzen van het aanpassingsverzoek voor die tussenuitspraak is genomen, hier geen rechtsgevolgen aan ontleend kunnen worden.
Over soortgelijke kwesties heeft de Afdeling al vaker uitspraak gedaan. In deze zaken ging het over omgevingsvergunningen, niet bestemmingsplannen, maar juridisch gezien kan ook een bestemmingsplan heroverwogen worden als die niet in overeenstemming is met het Unierecht.
Als de gemeente haar eigen normen had gekozen was er sowieso geen probleem geweest. De Afdeling oordeelt echter dat dat niet gebeurd is, maar dat er gekozen is voor de algemene windturbinebepalingen. Daarom blijft de mogelijkheid dat het bestemminsplan herzien moet worden. Uit het Kühne & Heitz-arrest volgt dat als aan vier cumulatieve voorwaarden wordt voldaan, een definitief geworden besluit opnieuw onderzocht moet worden:
1. Het bestuursorgaan moet naar nationaal recht bevoegd zijn om van dat besluit terug te komen; 2. Het in het geding zijnde besluit moet definitief zijn geworden als gevolg van een uitspraak van een nationale rechterlijke instantie waarvan de beslissingen niet vatbaar zijn voor hoger beroep; 3. Die uitspraak moet, gelet op latere rechtspraak van het Hof, berusten op een onjuiste uitlegging van het Unierecht, gegeven zonder dat het Hof is verzocht om een prejudiciële beslissing; 4. Betrokkene moet zich tot het bestuursorgaan hebben gewend onmiddellijk nadat hij van die rechtspraak kennis had genomen.
De Afdeling overweegt dat niet is voldaan aan de derde voorwaarde, aangezien de Afdeling bij de originele uitspraak over het Bestemmingsplan niet heeft geoordeeld over de SMB-richtlijn.
De windturbines mogen dus vooralsnog gewoon blijven staan.
