Menu

Filter op
content
PONT Omgeving

Omvang acculaadstation voor elektrische auto’s speelt geen rol bij beoordeling van de vraag of deze zonder omgevingsvergunning mag worden gebouwd en gebruikt

In haar uitspraak van 19 juni 2024 (ECLI:NL:RVS:2024:2505) oordeelt de Afdeling bestuursrechtspraak van de Raad van State (“Afdeling”) dat een op het terrein van een hotel gesitueerd acculaadstation voor elektrische auto’s, bestaande uit 16 laadpalen en 8 omvormers,  zonder omgevingsvergunning (vergunningvrij) mag worden gerealiseerd.

26 juni 2024

Samenvatting

Samenvatting

Een omwonende die geluidsoverlast vreesde had verzocht om handhavend optreden wegens het ontbreken van een omgevingsvergunning. De Afdeling stelt vast dat, gelet op de datum van het handhavingsverzoek, op het geschil de Wet algemene bepalingen omgevingsrecht (“Wabo”) van toepassing is. Naar het oordeel van de Afdeling is op grond van art. 2, aanhef en onderdeel 18, aanhef en onder b, Bijlage II Besluit omgevingsrecht (“Bor”) geen omgevingsvergunning nodig voor het acculaadstation: het acculaadstation valt immers onder de letterlijke tekst van deze bepaling, te weten een bouwwerk, geen gebouw zijnde, ten behoeve van het opladen van accu’s van voertuigen.

De Afdeling overweegt dat het acculaadstation een openbare voorziening (als bedoeld in het wetsartikel) is, omdat het voor iedere bezitter van een elektrische auto toegankelijk is; de omstandigheid dat het acculaadstation is gebouwd op gronden die in eigendom toebehoren aan het hotel of dat het gaat om een service tegen betaling zijn hiervoor niet bepalend. Noch de systematiek noch de totstandkomingsgeschiedenis van het wetsartikel geven aanleiding om te veronderstellen dat het wetsartikel zo moet worden geïnterpreteerd dat deze alleen bedoeld is voor kleinschalige voorzieningen of enkel ziet op de laadpaal (en ook niet op de bijbehorende omvormers en transformatorkast), aldus de Afdeling.

Evenmin speelt de planologische impact een rol bij de beoordeling van de vraag of het acculaadstation valt onder de regeling van art. 2 bijlage II Bor, omdat deze regeling juist een uitzondering bevat op - indien aan de orde - het vereiste van een omgevingsvergunning wegens strijd met een bestemmingsplan (art. 2.1, eerste lid, aanhef en onder c, Wabo).  

Artikel delen