
Verzoekster betwist ten aanzien van last 7 dat er sprake is van een overtreding. Daartoe voert verzoekster aan dat de losse containers, niet zijnde de containers die bestaan uit de grondkering, geen bouwwerken zijn, omdat de containers op het perceel geen vaste locatie hebben. Dit volgt uit luchtfoto’s uit 2023 en 2024. Dat er IBC's worden geplaatst in de containers betekent volgens verzoekster nog niet dat de containers bedoeld zijn om ter plaatse te functioneren. De IBC's kunnen eenvoudig uit de containers worden gehaald en de containers kunnen ook worden verplaatst als zich een IBC in een container bevindt.
In de bijlage bij de Omgevingswet is het begrip bouwwerk gedefinieerd als constructie van enige omvang van hout, steen, metaal of ander materiaal, die op de plaats van bestemming hetzij direct of indirect met de grond verbonden is, hetzij direct of indirect steun vindt in of op de grond, bedoeld om ter plaatse te functioneren, met inbegrip van de daarvan deel uitmakende bouwwerkgebonden installaties anders dan een schip dat wordt gebruikt voor verblijf van personen en dat is bestemd en wordt gebruikt voor de vaart.
De voorzieningenrechter overweegt dat gelet op de bevindingen van de toezichthouders de containers op het perceel bedoeld zijn om ter plaatse te functioneren en dus zijn te kwalificeren als bouwwerk. Verzoekster betwist met verwijzing naar de luchtfoto’s van 2023 en 2024 niet dat de containers op het perceel aanwezig waren, maar voert aan dat het verplaatsen van de containers maakt dat ze niet ter plaatse gebonden zijn.
De voorzieningenrechter volgt echter het standpunt van het college dat hoewel de containers wellicht op het terrein van plek kunnen veranderen dit niet afdoet aan het feit dat ze op het terrein ter plaatse gebonden zijn. Nu de bouwwerken niet voldoen aan artikel 22.27 en 22.36 van de planregels van het omgevingsplan en verder niet in geschil is dat ze niet voldoen aan de planregels van het tijdelijk deel van het omgevingsplan, had verzoekster voor de containers op grond van artikel 5.1, eerste lid, onder a, van de Omgevingswet in samenhang met artikel 22.26 van de planregels van het omgevingsplan een omgevingsvergunning nodig voor een omgevingsplanactiviteit voor zover deze bestaat uit een bouwactiviteit. Niet in geschil is dat verzoekster deze niet heeft, zodat er sprake is van een overtreding op grond waarvan het college bevoegd is om te handhaven.