Menu

Filter op
content
PONT Omgeving

Opschorten beslistermijn vergunningaanvraag met instemming aanvrager: dit moet voor einde beslistermijn gebeuren

Op 15 januari 2025, ECLI:NL:RVS:2025:120 heeft de ABRvS een uitspraak gedaan over het leerstuk van het opschorten van de beslistermijn van een vergunningaanvraag met instemming van de aanvrager (artikel 4:15, lid 2, onder a Awb). Dit artikellid bepaalt dat de termijn voor het geven van een beschikking wordt opgeschort gedurende de termijn waarvoor de aanvrager schriftelijk met uitstel heeft ingestemd. Interessant dat de ABRvS oordeelt dat niet alleen de aanvrager, maar ook een andere belanghebbende zich hierop mag beroepen. Dit artikellid beoogt dus niet enkel de aanvrager te beschermen.

17 januari 2025

Jurisprudentie – Samenvattingen

Bij besluit van 9 augustus 2021 heeft het college van burgemeester en wethouders van Reimerswaal aan [vergunninghouder] een omgevingsvergunning verleend voor het ombouwen van een winkel aan de [locatie 1] in Krabbendijke in vijf appartementen en het verbouwen van een zesde appartement op de bovenverdieping. [appellant] in de nabijheid van het perceel. Hij vreest onder meer verloedering van de dorpskern als gevolg van de realisering van de appartementen.

Het college heeft zich op het standpunt gesteld dat het de beslistermijn tijdig heeft opgeschort. Het college heeft ter zitting toegelicht dat de aanvrager, [vergunninghouder], weliswaar niet voor afloop van de reeds opgeschorte beslistermijn schriftelijk heeft ingestemd met verder uitstel, zoals artikel 4:15, lid 2, onder a Awb bepaalt, maar dat het verloop van de procedure steeds in overleg met [vergunninghouder] heeft plaatsgevonden en zij met de verdere opschorting van de beslistermijn kon instemmen. Zoals de Afdeling eerder heeft overwogen (uitspraak van 27 juli 2016, ECLI:NL:RVS:2016:2098) dient echter schriftelijk te zijn ingestemd met het uitstel voor afloop van de beslistermijn.

Nu daar in dit geval geen sprake van is, is niet voldaan aan de voorwaarde voor opschorting van de beslistermijn. Voor zover het college zich in dit kader op het standpunt heeft gesteld dat artikel 4:15, lid 2, onder a Awb uitsluitend de aanvrager beoogt te beschermen en niet [appellant], wordt dat niet gevolgd. Zoals de Afdeling in voornoemde uitspraak van 27 juli 2016 heeft overwogen, is de eis van schriftelijkheid bij amendement in het wetsvoorstel opgenomen, teneinde interpretatieverschillen ten aanzien van het al of niet instemmen met uitstel van de beslistermijn zoveel mogelijk te voorkomen (Kamerstukken II, 2005/06, 29 934, nr. 10). Dat hiermee is beoogd uitsluitend de aanvrager van de beschikking te beschermen kan uit artikel 4:15, lid 2, onder a Awb noch de geschiedenis van de totstandkoming van deze bepaling worden afgeleid. Daarbij wordt nog opgemerkt dat in voornoemde uitspraak juist aanvrager tevergeefs betoogde dat ondanks dat een schriftelijke toestemming ontbrak, de beslistermijn toch was opgeschort.

Artikel delen