De Rechtbank Den Haag heeft op 9 september 2025, ECLI:NL:RBDHA:2025:16031 toch weer een uitspraak gedaan waarbij, ondanks dat op basis van het overgangsrecht van de Invoeringswet Omgevingswet bij een handhavingsprocedure het verkeerde recht is toegepast (ten onrechte de Omgevingswet), dit gebrek toch wordt gepasseerd omdat zowel onder de Wabo als onder de Omgevingswet inhoudelijk sprake is van dezelfde overtreding.
Deze fout is door bevoegde gezagen vaak gemaakt door een discrepantie in de memorie van toelichting bij de Invoeringswet Omgevingswet. Zie voor meer hierover:
https://lnkd.in/eXSxfauc
Op 1 januari 2024 zijn de Omgevingswet en de Invoeringswet Omgevingswet in werking getreden. De last onder dwangsom is opgelegd na 1 januari 2024, maar het voornemen tot het opleggen van de last onder dwangsom is bekendgemaakt vóór 1 januari 2024. Op grond van artikel 4.5 van de Invoeringswet Omgevingswet blijft daarom het oude recht van toepassing, als op grond van het nieuwe recht nog steeds sprake is van een overtreding (ABRvS 3 juli 2024, ECLI:NL:RVS:2024:2645, r.o. 20). Om die reden is het bestreden besluit ten onrechte gebaseerd op artikel 5.1 van de Omgevingswet. Omdat artikel 2.1, eerste lid, aanhef en onder c Wabo hetzelfde verbod bevat en in beide gevallen (uiteindelijk) getoetst moet worden aan de regels van het (oude) bestemmingsplan, zijn eisers en andere belanghebbenden door dit gebrek niet benadeeld. Daarom passeert de rechtbank dit gebrek met toepassing van artikel 6:22 Awb.
Noot Y. Schönfeld:
De Rechtbank Zeeland-West-Brabant deed eerder op 2 juli 2025 (ECLI:NL:RBZWB:2025:3989) een andersoortige uitspraak en vernietigde het ten onrechte met de Omgevingswet voorbereide besluit wel. De rechtsgevolgen werden niet in stand gelaten.
Hierbij sluit de rechtbank Den Haag zich vandaag dus weer aan bij de hoofdlijn van de rechtspraak omtrent dit leerstuk. Meerdere rechtbanken waren de afgelopen tijd van oordeel dat dit gebrek toch kan worden gepasseerd als er inhoudelijk geen verschil bestaat tussen de te handhaven rechterlijke bepaling onder het oude recht (dat toch toepasselijk blijkt te zijn) en het nieuwe recht van de Ow.
Zie: Rechtbank Overijssel 12 maart 2025, ECLI:NL:RBOVE:2025:1378, Rechtbank Den Haag 13 maart 2025, ECLI:NL:RBDHA:2025:3877, Rechtbank Oost-Brabant 17 januari 2025, ECLI:NL:RBOBR:2025:187 en Rechtbank Noord-Nederland 9 juli 2025, ECLI:NL:RBNNE:2025:2739.
