De Afdeling heeft zich gebogen over een handhavingskwestie in de gemeente West Maas en Waal. De zaak gaat over een handhavingsverzoek in verband met overlast die buren ondervinden door het gebruik van de tuin van de buren door gasten in een bed & breakfast. Die overlast komt door een zwembad, jacuzzi, zitplaatsen en een kippenren in de tuin. De vraag is of deze situatie in strijd is met het bestemmingsplan of met de vergunning voor de bed & breakfast.
Het perceel kent een woonbestemming. Aan de omgevingsvergunning voor de bed & breakfast heeft het college als enig voorschrift verbonden dat de hoofdbewoner in de woning woont en blijft wonen.
Uitgangspunt is, aldus de Afdeling, dat het gebruik van de tuin moet passen bij deze woonbestemming en dus niet bedrijfsmatig mag zijn (vgl. de uitspraken van de Afdeling van 5 april 2017, ECLI:NL:RVS:2017:941, en 5 juli 2017, ECLI:NL:RVS:2017:1790). Een zwembad, jacuzzi, zitplaatsen en een kippenren passen bij de woonbestemming, want zouden in een grote tuin ook zonder een bed & breakfast voorstelbaar zijn Ter zitting is gebleken dat deze voorzieningen niet bedrijfsmatig worden gebruikt. Daarbij acht de Afdeling van belang dat de gasten gewoonlijk overdag op stap zijn. Als zij laat in de middag terugkomen, kunnen zij in de tuin zitten of even het zwembad gebruiken, maar het zwembad sluit voor de gasten om 18:30 uur. Het gebruik van het zwembad en de tuin door de gasten is in de praktijk dus zeer beperkt en niet bedrijfsmatig en past dus binnen de woonbestemming.
