Menu

Filter op
content
PONT Omgeving

Overschrijding termijn aanleveren gronden bezwaar in relatie tot prejudiciële vragen

Bij besluit van 28 april 2021 heeft GS van Flevoland aan Staatsbosbeheer de opdracht gegeven om in de Oostvaardersplassen en in het Kotter- en Oostvaardersbos de omvang van de populaties heckrunderen en zieke of gebrekkige konikpaarden te beperken met gebruikmaking van het geweer voorzien van demper (het opdrachtbesluit).

26 September 2025

Samenvatting

Samenvatting



Het opdrachtbesluit is op 28 april 2021 verzonden. In het besluit is opgenomen dat binnen 6 weken na de verzenddatum - dus tot en met 9 juni 2021 - schriftelijk bij het college bezwaar gemaakt kan worden. Op 8 juni 2021 hebben [appellant A] en anderen gezamenlijk een zogenoemd pro forma bezwaarschrift ingediend, waarbij zij het college hebben verzocht om een termijn te geven om de gronden aan te leveren. Met de brief van 10 juni 2021 heeft het college aan [appellant A] en anderen erop gewezen dat het bezwaarschrift niet voldoet aan het vereiste van art. 6.5, lid 1, onder d Awb en hen in de gelegenheid gesteld om dit gebrek binnen twee weken - dus uiterlijk op 24 juni 2021 - te herstellen. De Afdeling acht deze termijn niet onredelijk. Daarbij heeft het college [appellant A] en anderen er ook op gewezen dat hun bezwaar niet-ontvankelijk kan worden verklaard, als zij hun gronden niet tijdig aanleveren.

[appellant A] en anderen hebben deze gronden evenwel pas op 29 juni 2021 ingediend. Het lag op de weg van [appellant A] en anderen om binnen de gestelde termijn van twee weken hun bezwaar te motiveren dan wel, als dit niet mogelijk was, binnen deze termijn nader uitstel te vragen. Dit hebben zij niet gedaan. Hierbij acht de Afdeling van belang dat [appellant A] en anderen vanaf het begin van de bezwaarfase zijn bijgestaan door een professionele rechtsbijstandverlener. Diens handelen komt in beginsel voor risico van [appellant A] en anderen. Tot slot hebben [appellant A] en anderen geen feiten of omstandigheden aangevoerd op grond waarvan geoordeeld moet worden dat zij niet met betrekking tot het te laat indienen van de bezwaargronden in verzuim zijn geweest.

Verzoek om prejudiciële vragen van [appellant A] en anderen
Voor zover [appellant A] en anderen de Afdeling verzoeken om prejudiciële vragen te stellen aan het Hof van Justitie over de vraag of inspraak voor een ieder geboden had moeten worden, zoals bedoeld in het Verdrag van Aarhus, overweegt de Afdeling als volgt. De beantwoording van de vraag of inspraak geboden had moeten worden, is niet relevant voor de beantwoording van de vraag of het college het bezwaar niet-ontvankelijk mocht verklaren vanwege het niet op tijd aanleveren van de bezwaargronden. Dit zijn twee van elkaar te onderscheiden kwesties. De door de [appellant A] en anderen opgeworpen vraag behoeft voor deze procedure dus geen beantwoording.

Artikel delen