Pacht ontbonden: geen bedrijfsmatige landbouw, ontbinding pacht
In een recente uitspraak van de Rechtbank Oost-Brabant heeft de pachtkamer een duidelijke lijn getrokken: wie een landbouwperceel pacht, moet het ook daadwerkelijk voor bedrijfsmatige landbouw gebruiken. In dit geval leidde het langdurig niet-naleven van die verplichting tot ontbinding van de pachtovereenkomst.
De zaak in het kort
De gemeente had een akkerbouwperceel verpacht aan een pachter die het land feitelijk niet meer gebruikte voor agrarische productie. Er werd al jaren niets verbouwd, en de pachter had geen reële plannen of middelen om de exploitatie te hervatten. Daar kwam bij dat het perceel besmet was met knolcyperus, een hardnekkig en schadelijk onkruid, en dat de pachter onvoldoende actie ondernam om dit probleem aan te pakken. De gemeente vorderde daarom ontbinding van de pachtovereenkomst.
Wanneer sprake van bedrijfsmatige landbouw?
De rechtbank oordeelde dat de pachter zijn verplichtingen uit de pachtovereenkomst niet was nagekomen, nu het perceel niet meer bedrijfsmatige werd gebruikt. Volgens vaste rechtspraak is sprake van een bedrijfsmatige landbouw als sprake is van een complex van economische activiteiten, gericht op winst door uitoefening van de landbouw. Voor de vraag of dat aan de orde is, zijn de volgende gezichtspunten in het bijzonder van belang:
a. de omvang van het bedrijf en de onderlinge samenhang tussen de diverse bedrijfsactiviteiten,
b. de vraag of de voor toekomstige winstkansen noodzakelijke investeringen plaatsvinden,
c. het redelijkerwijs te verwachten ondernemingsrendement,
en vraag of de gebruiker een hoofdfunctie buiten de landbouw heeft.
Oordeel rechter
De rechtbank oordeelde dat de pachter structureel tekort was geschoten in zijn verplichtingen. Hij had het perceel langere tijd niet meer als landbouwbedrijf geëxploiteerd, liet noodzakelijke maatregelen tegen knolcyperus na, en kon ook geen concreet plan overleggen voor herstel. Daarbij werd ook meegenomen dat de pachter deels een functie buiten de landbouw had, voor ongeveer 20 uur per week. Deze omstandigheden brachten gezamenlijk mee dat geen sprake meer was van bedrijfsmatige landbouw. De pachtovereenkomst werd daarom ontbonden per 1 oktober 2025.
Wat betekent dit voor pachters?
Voor pachters is deze uitspraak een belangrijke wake-up call. Een pachtovereenkomst brengt meer mee dan alleen het recht om een stuk grond te gebruiken. Er rust ook een duidelijke verplichting tot een actieve en exploitatie van een landbouwbedrijf op de pachter. Wie jarenlang weinig tot niets met het perceel doet, of het gebruikt op een manier die niet past binnen de eisen van bedrijfsmatige landbouw, loopt een serieus risico tot beëindiging van de pachtovereenkomst.
Pachters doen er dus verstandig aan regelmatig te toetsen of hun bedrijfsvoering nog aan de juridische maatstaf van bedrijfsmatige landbouw voldoet. Dit geldt niet alleen voor grote agrariërs, maar ook voor kleinere bedrijven en situaties waarin tijdelijk minder activiteit plaatsvindt. Denk aan bijvoorbeeld:
Tijdelijke stilstand door investeringsproblemen of weersomstandigheden;
Situaties waarin een perceel deels wordt verpacht of beheerd door derden;
Langdurige braakligging zonder concreet herstelplan;
Omschakeling naar een ander type agrarische activiteit.
In al die gevallen is het verstandig om proactief te handelen – en juridisch advies in te winnen indien nodig.
Conclusie
De uitspraak maakt duidelijk dat pacht geen vrijblijvend recht is. Pachters dienen hun verplichtingen serieus. Het niet naleven van deze verplichtingen kan vergaande gevolgen hebben, waaronder beëindiging van de pachtovereenkomst.