Het college van B&W van Kerkrade had het planschadeverzoek van Limburg Real Estate B.V. (LRE) afgewezen wegens voorzienbaarheid. Ook zou de schade anderszins verzekerd zijn. De rechtbank oordeelde dat geen sprake was van voorzienbaarheid, maar wel van anderszins verzekerdheid. LRE ging in hoger beroep; het college stelde incidenteel hoger beroep in.
LRE had de percelen in 2019 gekocht voor € 1,4 miljoen en in 2021 verkocht voor € 5,5 miljoen. Volgens de Afdeling heeft het college echter geen objectieve gegevens overgelegd waaruit blijkt dat de schade anderszins verzekerd is. Dat LRE een hoge verkoopprijs ontving, die niet geheel door algemene prijsstijgingen te verklaren zou zijn, is daarvoor onvoldoende. Bovendien had LRE onweersproken gesteld dat zij contractueel verplicht was de percelen leeg en gesaneerd te leveren. De Afdeling oordeelt daarom dat de schade niet anderszins verzekerd is.
Ten tijde van de aankoop gold een ‘kaal’ voorbereidingsbesluit, waarin geen concrete toekomstige ontwikkelingen waren vermeld. Dergelijke besluiten vormen volgens vaste rechtspraak geen voldoende concreet beleidsvoornemen dat tot voorzienbaarheid kan leiden. Ook de publicatie van een voorontwerpbestemmingsplan, zonder dat daarvan kennis was gegeven, maakt dat niet anders. Zelfs van een professionele koper mag niet worden verwacht dat hij zonder kennisgeving actief naar zo’n voorontwerp zoekt. De Afdeling concludeert dat van voorzienbaarheid geen sprake is.
