Menu

Filter op
content
PONT Omgeving

Planschade: verschil tussen voorzienbaarheid en in de lijn der verwachtingen liggen bij het normaal maatschappelijk risico

Planschade: verschil tussen voorzienbaarheid en in de lijn der verwachtingen liggen bij het normaal maatschappelijk risico. ABRvS 21 mei 2025, ECLI:NL:RVS:2025:2314.

23 May 2025

Jurisprudentie – Samenvattingen

[appellante sub 1] betoogt dat de rechtbank haar oordeel dat de ontwikkeling past in een reeks van jaren gevoerd ruimtelijk beleid ten onrechte heeft onderbouwd door te verwijzen naar de Nota Werveler. Deze Nota stamt uit 2010, terwijl de percelen aan de [locatie 1] en [locatie 2] op 15 maart 1995 respectievelijk 19 december 2006 zijn gekocht. De periode waar de rechtbank naar had mogen kijken, betreft daarmee de periode 15 maart 1995-19 december 2006. Het is niet redelijk om beleid van na de aankoop van de percelen mee te nemen in de beoordeling. Verder zijn de Nota Wervel en het Streekplan Zuid-Holland Zuid niet op juiste wijze bekendgemaakt, zodat ook deze niet mogen worden meegenomen bij de vraag of de ontwikkeling past in een reeks van jaren gevoerd ruimtelijk beleid. Dit betekent dat niet is komen vast te staan dat de ontwikkeling past in een reeks van jaren gevoerd ruimtelijk beleid en dat het normaal maatschappelijk risico 2% behoort te bedragen, aldus [appellante sub 1].

Zoals de Afdeling eerder heeft overwogen (bijvoorbeeld in de uitspraak van 8 juni 2016, ECLI:NL:RVS:2016:1603, r.o. 21) wordt in het kader van de voorzienbaarheid van een planologische ontwikkeling beoordeeld of op het moment dat de aankoop werd gedaan er een kenbaar concreet beleidsvoornemen van een bestuursorgaan was, waaruit een burger of instantie had kunnen afleiden dat de planologische situatie in ongunstige zin kon veranderen.

Bij normaal maatschappelijk risico gaat het echter om algemene maatschappelijke ontwikkelingen en nadelen waarmee burgers en instanties rekening kunnen en moeten houden. Het al dan niet voorzienbaar zijn van een planologische ontwikkeling moet dus worden onderscheiden van de vraag of planschade geheel of gedeeltelijk tot het normaal maatschappelijk risico behoort. Het zijn zelfstandige criteria voor de beoordeling of planschade voor een tegemoetkoming in aanmerking komt.

Dit betekent dat het betoog van [appellante sub 1], dat het niet redelijk is om voor de vraag of de ontwikkeling past in een reeks van jaren gevoerd ruimtelijk beleid te kijken naar beleid van na de aankoopdatum van het perceel, niet slaagt.

Artikel delen