In 2017 stelt de gemeenteraad van Someren het nieuwe bestemmingsplan Kerkstraat 30 vast. Op grond van dit nieuwe plan is niet langer detailhandel toegestaan op de eerste verdieping van het gebouw van appellant. Appellant verzoekt vervolgens om een tegemoetkoming in de schade. De planschadeadviseur van het college stelt een forse schade vast van meer dan € 2 miljoen. Deze schade zou echter niet voor een tegemoetkoming in aanmerking komen omdat er slechts sprake was tijdelijk genoten voordeel. Ten tijde van de eigendomsverkrijging zou detailhandel op de eerste verdieping namelijk niet mogelijk zijn geweest.

De rechtbank volgt het college, maar de Afdeling ziet het anders. Op basis van complexe overwegingen over een oud uitbreidingsplan en de bouwverordening uit 1968 concludeert de Afdeling dat een gebruiksverbod voor detailhandel op het moment van eigendomsverkrijging niet gold op de eerste verdieping van het gebouw. Daarmee lijkt het aannemelijk dat detailhandel ten tijde van de eigendomsverkrijging niet was uitgesloten (en dus was toegestaan). Dit betekent ook dat het leerstuk over de ongedaanmaking van tijdelijk genoten voordeel niet van toepassing is. De Afdeling stelt het college in de gelegenheid om de gebreken in het besluit binnen 13 weken te herstellen. Wordt vervolgd! ECLI:NL:RVS:2025:5772 (Someren)