Menu

Filter op
content
PONT Omgeving

Procesbelang bij behandeling hoger beroep tijdelijke omgevingsvergunning waarvan geldingsduur inmiddels al is verstreken?

ABRvS 9 juli 2025, ECLI:NL:RVS:2025:3103. Schiphol heeft een aanvraag ingediend voor het realiseren en in gebruik nemen van een definitieve tijdelijke opslagvoorziening (DTOP). De DTOP was bedoeld voor het tijdelijk opslaan van grond die vrijkwam bij bouw- en aanlegwerkzaamheden. Het college heeft op 12 juli 2018 de gevraagde omgevingsvergunning verleend voor het tijdelijk realiseren en gebruiken van de DTOP met onder andere lichtmasten, erfafscheiding, wielwasinstallatie, keerwanden, slagbomen, kelder, waterbassin, directiekeet, verholen goot en in- en uitrit.

11 July 2025



Het college en Schiphol stellen dat RichPort en andere geen belang meer hebben bij een beoordeling van hun hoger beroep, omdat de looptijd van de omgevingsvergunning inmiddels is verstreken en de infrastructuur ten behoeve van de DTOP en de opgeslagen grond ook al zijn verwijderd van de DTOP-locatie. Schiphol heeft daarbij toegelicht dat zij geen plannen heeft om in de toekomst op de DTOP-locatie opnieuw een grondopslagvoorziening te realiseren.

De Afdeling beoordeelt de vraag of er nog belang is bij de behandeling van hun hoger beroep naar de stand van zaken ten tijde van deze uitspraak. De geldingsduur van de omgevingsvergunning voor de DTOP is inmiddels verstreken. Dit betekent dat RichPort in beginsel geen belang meer heeft bij de behandeling van het hoger beroep. Dit kan anders zijn als een inhoudelijk oordeel over de rechtmatigheid van de verleende omgevingsvergunning kan worden betrokken bij eventuele toekomstige aanvragen voor een omgevingsvergunning en de toetsing daarvan. Ook kan belang bij een beoordeling van hun hoger beroep bestaan indien RichPort en andere stellen schade te hebben geleden en enigszins aannemelijk is dat schade is geleden als gevolg van de omgevingsvergunning.

De situatie dat een inhoudelijk oordeel over de rechtmatigheid van de omgevingsvergunning voor de DTOP zou kunnen worden betrokken bij eventuele toekomstige aanvragen, doet zich niet voor. Schiphol heeft namelijk toegelicht geen plannen te hebben om op de DTOP-locatie later opnieuw een grondopslagvoorziening te realiseren. Bovendien ligt het, gezien de ontwikkelingen met betrekking tot het reinigen van met PFOS verontreinigde grond en de huidige plannen van Schiphol met de verontreinigde grond en met de DTOP-locatie, ook niet voor de hand dat in de toekomst de wens zal ontstaan om op die plek opnieuw eenzelfde opslagvoorziening te realiseren.

Hoewel RichPort en andere stellen schade te hebben geleden als gevolg van de omgevingsvergunning voor de DTOP, acht de Afdeling dat niet aannemelijk.

Gelet op het voorgaande is de Afdeling van oordeel dat RichPort en andere geen belang hebben bij een beoordeling van hun hoger beroep.

Artikel delen