Op 10 december 2025 heeft de Afdeling uitspraak gedaan over een bestemmingsplan van de raad van Maasgouw dat een nieuw parkeerterrein voor recreatiepark ‘Fun Beach’ mogelijk maakte. Een nabijgelegen agrarisch bedrijf stelde dat de verkeers- en parkeeroverlast onvoldoende was onderzocht. De Afdeling was het daarmee eens, maar zag in een nader uitgevoerd onderzoek aanleiding om de rechtsgevolgen van het bestemmingsplan geheel in stand te laten.

Ten aanzien van de verkeerssituatie draaide het om een smalle weg die thans slechts door agrariërs wordt gebruikt om met grote en zware landbouwmachines hun agrarische gronden te bereiken, maar in het bestemmingsplan zou dienen als ontsluitingsweg voor de parkeerplaats. Naar de capaciteit van deze weg was geen onderzoek gedaan. De enkele stelling van de raad dat de weg, na versteviging van de berm, voldoende breed zou zijn om het aantal verkeerbewegingen veilig af te wikkelen, achtte de Afdeling onvoldoende.
Ten aanzien van de parkeersituatie overwoog de Afdeling dat de raad met het bestemmingsplan kennelijk geen nieuwe ontwikkeling beoogde mogelijk te maken waarvoor in parkeerplaatsen moest worden voorzien, maar bedoeld had een bestaand parkeerprobleem oplossen. Daarom mocht de raad voor het bepalen van de parkeerbehoefte in principe gebruikmaken van informatie over de feitelijke parkeersituatie, aan de hand van tellingen van geparkeerde auto’s en informatie over bezoekersaantallen. De Afdeling vond echter onduidelijk op welke dagen, op welke locatie en op welk tijdstip de tellingen zijn verricht en hoeveel tellingen aan het plan ten grondslag hadden gelegen, zodat er niet vanuit kon worden gegaan dat de tellingen ook representatief waren.
De raad had echter tijdens de beroepsprocedure al nader onderzoek laten verrichten door een deskundige naar zowel de verkeerscapaciteit van de smalle landweg als de bestaande parkeerbehoefte. De betogen van het agrarisch bedrijf tegen dit onderzoek slaagden allen niet. Dat vormde reden voor de Afdeling om het bestemmingsplan weliswaar te vernietigen, maar de rechtsgevolgen daarvan volledig in stand te laten.
Deze uitspraak bevestigt het nut van proactief handelen door de raad als hij constateert dat beroepsgronden tegen zijn bestemmingsplan mogelijk kans van slagen hebben. Dat zal in het bijzonder spelen als een appellant aanvoert dat naar een bepaald aspect geen onderzoek is verricht en de raad constateert dat dit inderdaad had gemoeten. Door tijdig nader onderzoek te laten verrichten, bespaart de gemeente Maasgouw zich hier een bestuurlijke lus, met alle vertraging van dien. Gelet op de thans lange duur van procedures bij de Afdeling, is er ook geen reden om stil te zitten en de zitting af te wachten. Men kan die tijd ook nuttig gebruiken door alvast in het licht van de beroepsgronden kritisch te kijken naar het bestreden besluit en zo nodig daarop te acteren, voordat de Afdeling daartoe een expliciete opdracht geeft.