Menu

Filter op
content
PONT Omgeving

Samenvoegen van panden tóch aangemerkt als bestaande horeca-inrichting

In deze zaak gaat het om een exploitatievergunning die is verleend voor de uitbreiding van de vloeroppervlakte van de bestaande horeca-inrichting Taste of Heaven voor daghoreca. Het gaat om twee naast elkaar gelegen panden die bouwkundig zijn samengevoegd. De vergunning is verleend voor categorie 1 (licht), type ‘daghoreca’. De wederpartij, woonachtig boen de horeca-inrichting, maakte hiertegen bezwaar. Dit bezwaar werd ongegrond verklaard. Hiertegen heeft de wederpartij vervolgens beroep ingesteld. De rechtbank vernietigde het besluit wegens strijd met het Horecagebiedsplan Kralingen-Crooswijk 2019-2021. Volgens dat plan is voor de locatie van de panden alleen consolidatie toegestaan, dus geen nieuwe horeca-inrichtingen. Aangezien het samenvoegen van de panden volgens de rechtbank een nieuwe inrichting is (volgens het Drank- en horecawet-begrip), had de burgemeester de vergunning moeten weigeren. In deze samenvatting zal het hoger beroep, het beroep en het oordeel van de Afdeling kort toegelicht worden.

30 April 2025

Jurisprudentie – Samenvattingen

Hoger beroep

In hoger beroep stelt de burgemeester dat de rechtbank ten onrechte heeft aangesloten bij de definitie van inrichting uit de Drank- en horecawet (hierna: DHW). Aangezien het hier om daghoreca zonder alcoholverkoop gaat, is de DHW volgens hem niet van toepassing. De aanvraag betreft enkel een uitbreiding van de bestaande horeca-inrichting, zonder wijziging van de exploitatie. Volgens de burgemeester blijft het gebruik binnen de toegestane categorie 1-horeca en is de vergunning niet in strijd met het Horecagebiedsplan Kralingen-Crooswijk.

Oordeel van de Afdeling

De Afdeling oordeelt dat de rechtbank ten onrechte de definitie van inrichting uit de DHW heeft toegepast. Dit omdat het gaat om daghoreca zonder alcoholverkoop, waardoor de DHW niet van toepassing is. Ook oordeelt de Afdeling dat er geen sprake is van een nieuwe inrichting door het samenvoegen van de panden. Het betreft namelijk een uitbreiding van een bestaande inrichting, waarbij de panden bouwkundig zijn samengevoegd tot één geheel. Hierdoor blijven de vergunde exploitatiecategorie (categorie 1) en activiteiten ongewijzigd.

Volgens Horecagebiedsplan Kralingen-Crooswijk mogen bestaande inrichtingen in dit deel van de straat waarin de panden zijn gevestigd uitbreiden binnen categorie 1, ook door het betrekken van vloeroppervlakte uit een naastgelegen pand. De vergunning is daarmee niet in strijd met het Horecagebiedsplan en evenmin met artikel 2:28, vijfde lid, van de APV. Omdat het hoger beroep slaagt wordt vervolgens aan een beoordeling van de andere beroepsgrond van het beroep van de wederpartij toegekomen.

Het beroep

De wederpartij betoogt dat de horeca-inrichting het woon- en leefklimaat aantast, met name door stemgeluid en rookoverlast vanaf het terras. Volgens haar had de vergunning daarom moeten worden geweigerd op grond van artikel 2:28, zesde lid, van de APV. De burgemeester heeft geïnformeerd bij Dienst centraal milieubeheer Rijnmond, de politie, Stadsbeheer en het veiligheidsloket en vastgesteld dat er geen objectieve klachten over overlast bekend zijn. Ook is ter zitting bevestigd dat er geen meldingen zijn gedaan. De Afdeling oordeelt dat onder deze omstandigheden geen reden bestond voor weigering van de vergunning wegens nadelige invloed op het woon- en leefklimaat.

Het betoog slaagt niet.

Conclusie

Het hoger beroep van de burgemeester is gegrond. De aangevallen uitspraak van de rechtbank moet worden vernietigd en de Afdeling heeft het beroep van de wederpartij tegen het gemaakte besluit tot het verlenen van de exploitatievergunning ongegrond verklaard.

Artikel delen