En dan uitspraak 2 waarin eveneens een uitzonderlijk rechtsbeginsel aan de orde was. In de uitspraak van AbRvS van 15 oktober 2025, ECLI:NL:RVS:2025:4927, wordt een schending van het verbod op vooringenomenheid van de burgemeester van Waadhoeke vastgesteld.

Het college heeft aan Stichting Keunstwurk een omgevingsvergunning verleend voor het project "Nacht aan het Wad", waarmee verschillende recreatieve voorzieningen worden toegestaan. De burgemeester was ten tijde van het besluit tot verlening van de omgevingsvergunning ook voorzitter van Stichting Keunstwurk. De rechtbank was van mening dat dit besluit moest worden vernietigd vanwege gerechtvaardigde schijn van vooringenomenheid. Het college heeft tegen deze uitspraak hoger beroep ingediend en voert aan dat, alhoewel de burgemeester het besluit wel heeft ondertekend, de burgemeester zich tijdig heeft onttrokken aan de beraadslaging en de besluitvorming.
De Afdeling wijst op oudere uitspraken, waarin wordt uitgelegd dat art. 2.4 Awb alleen is geschonden wanneer een tot een bestuursorgaan behorend persoon met een persoonlijk belang deelneemt aan de besluitvorming en wordt vastgesteld dat deze de besluitvorming daadwerkelijk heeft beïnvloed, zie AbRvS 29 januari 2025, ECLI:NL:RVS:2025:340 en AbRvS 3 juni 2020, ECLI:NL:RVS:2020:1317, onder 9.2.
In dit geval is een verklaring van de burgemeester dat zij zich heeft onttrokken op het moment dat zij zich ervan bewust werd dat de vergunning was aangevraagd door de stichting onvoldoende. Daarbij wordt ter zitting duidelijk dat besluiten tot verlening van een omgevingsvergunning in deze gemeente ambtelijk worden voorbereid, waarna het besluit, zonder dat dit in een aparte collegevergadering wordt behandeld, door de gemeentesecretaris en de burgemeester worden ondertekend. De overige leden van het college worden dus niet expliciet betrokken bij de besluitvorming. Daarom is het volgens de Afdeling aannemelijk dat de burgemeester door ook de omgevingsvergunning van Stichting Keunstwurk te ondertekenen invloed heeft gehad op de besluitvorming over deze omgevingsvergunning. De Afdeling is van mening dat de rechtbank terecht heeft geoordeeld dat het besluit tot verlening van de omgevingsvergunning in strijd met artikel 2:4 van de Awb is genomen.