Menu

Filter op
content
PONT Omgeving

Stichting die geldelijke uitkeringen verstrekt kwalificeert niet als bestuursorgaan, beslissing daarom niet appellabel bij bestuursrechter

Uit de uitspraak van de Rechtbank Gelderland van 4 december 2025 (ECLI:NL:RBGEL:2025:10366) volgt dat de Stichting Tijdelijk Noodfonds Energie geen bestuursorgaan is. De rechtbank acht zich daarom niet bevoegd om kennis te nemen van het beroep dat is gericht tegen de afwijzende beslissing van de stichting op het verzoek om een financiële tegemoetkoming. De rechtbank overweegt dat alleen een bestuursorgaan een (appellabel) besluit als bedoeld in art. 1:3 Awb kan nemen.

19 December 2025

Jurisprudentie – Samenvattingen

De rechtbank gaat daarom na of de stichting kan worden aangemerkt als een bestuursorgaan. Als privaatrechtelijke rechtspersoon, zo stelt de rechtbank vast, is de stichting geen ‘a- orgaan’ (een rechtspersoon die krachtens publiekrecht is ingesteld, art. 1:1, eerste lid, aanhef en onder a, Awb). Om als ‘b-orgaan’ te kunnen worden aangemerkt (als bedoeld in artikel 1:1, eerste lid, aanhef en onder b, Awb), moet de stichting met openbaar gezag zijn bekleed. Daarvoor is bepalend of de stichting een publiekrechtelijke bevoegdheid tot het eenzijdig bepalen van een rechtspositie van andere rechtssubjecten is toegekend, zoals bijvoorbeeld de bevoegdheid om afwijzend te beslissen op een aanvraag om een financiële tegemoetkoming. Openbaar gezag kan in beginsel slechts bij wettelijk voorschrift worden toegekend. Als, zoals in dit geval, een daartoe strekkend wettelijk voorschrift ontbreekt is een orgaan van een privaatrechtelijke rechtspersoon in beginsel geen bestuursorgaan. Gaat het echter om organen die geldelijke uitkeringen of op geld waardeerbare voorzieningen aan derden verstrekken - zoals in dit geval een tegemoetkoming in de energiekosten - dan kan zich een uitzondering op deze regel voordoen en kwalificeren die privaatrechtelijke organen toch als bestuursorgaan. Deze uitzondering doet zich voor als aan twee cumulatieve vereisten is voldaan: het inhoudelijke vereiste en het financiële vereiste. Aan het inhoudelijke vereiste is voldaan, indien de inhoudelijke criteria voor het verstrekken van geldelijke uitkeringen of voorzieningen in beslissende mate worden bepaald door een of meer a-organen (zoals bijvoorbeeld een minister of gemeenteraad). Niet vereist is dat het bestuursorgaan (of die bestuursorganen) ook zeggenschap heeft (hebben) over de beslissing over een verstrekking in een individueel geval. Aan het financiële vereiste is voldaan, indien de verstrekking van deze uitkeringen of voorzieningen in overwegende mate - dat wil zeggen: in beginsel voor twee derden of meer - wordt gefinancierd door een of meer a-organen (vgl. de Afdelingsuitspraak van 17 september 2014, ECLI:NL:RVS:2014:3379). Naar het oordeel van de rechtbank is in dit geval wel voldaan aan het financiële vereiste, maar niet aan het inhoudelijke vereiste. Omdat de minister van Sociale Zaken en Werkgelegenheid de inhoudelijke criteria voor het verstrekken van geldelijke uitkeringen of voorzieningen niet eenzijdig aan de betrokken energiebedrijven heeft opgelegd (de criteria zijn binnen het consortium van energiebedrijven bedacht en vervolgens in samenspraak met de minister vastgesteld), is van beslissende invloed van de minister geen sprake. Omdat niet kan worden gezegd dat de stichting enkel fungeert als ‘doorgeefluik’ van gelden die door het Rijk beschikbaar worden gesteld en de stichting ten behoeve van het kunnen leveren van maatwerk bovendien eigenstandig kon afwijken van de toekenningsvoorwaarden, concludeert de rechtbank dat de stichting niet kan worden aangemerkt als ‘b-orgaan’. Omdat de rechtbank om die reden niet bevoegd is om kennis te nemen van het beroep van eiser, zal deze zich met deze zaak tot de burgerlijke rechter moeten wenden.

Artikel delen