[wederpartij] heeft een tuinhuis in zijn voortuin gebouwd zonder dat hij daarvoor de benodigde vergunning heeft. Het college vindt dat niet wenselijk en heeft daarom [wederpartij] opgedragen dat tuinhuis te verwijderen. [wederpartij] is het daar niet mee eens, omdat het tuinhuis misschien niet op die plek vergunningvrij mag worden gebouwd, maar 3 meter verderop wel. Het zou daarom onevenredig zijn om van hem te verlangen dat hij zijn tuinhuis verplaatst. Is er een bijzonder geval waarin toch van handhaving moet worden afgezien?