Menu

Filter op
content
PONT Omgeving

Uitspraak belanghebbendheid o.g.v. omgevingswet (aangrenzende percelen)

Degene wiens belang rechtstreeks bij een besluit is betrokken, is belanghebbende (zie art. 1:2, lid 1 Awb). Om als belanghebbende te kunnen worden aangemerkt, moet een natuurlijk persoon een voldoende objectief en actueel, eigen, persoonlijk belang hebben dat hem in voldoende mate onderscheidt van anderen en dat rechtstreeks wordt geraakt door het bestreden besluit.

1 December 2025

Jurisprudentie – Samenvattingen

Wie rechtstreeks feitelijke gevolgen ondervindt van een activiteit die het besluit toestaat, is in beginsel belanghebbende bij dat besluit. Het criterium ‘gevolgen van enige betekenis’ van de activiteit is een correctie op dit uitgangspunt. Zonder gevolgen van enige betekenis heeft iemand geen persoonlijk belang bij het besluit. Hij onderscheidt zich dan onvoldoende van anderen. Om te bepalen of er gevolgen van enige betekenis voor de woon-, leef- of bedrijfssituatie van een (rechts)persoon zijn, wordt gekeken naar de factoren afstand tot, zicht op, planologische uitstraling van en milieugevolgen (o.a. geur, geluid, licht, trilling, emissie, risico) van de activiteit die het besluit toestaat. De factoren worden zo nodig in onderlinge samenhang bekeken. Ook de aard, intensiteit en frequentie van de feitelijke gevolgen kunnen van belang zijn (ABRvS 7 december 2022, ECLI:NL:RVS:2022:3591).

Belanghebbendheid bij besluiten op grond van de Omgevingswet wordt in beginsel aangenomen bij bewoners en eigenaren van een perceel dat grenst aan het perceel waarop het betrokken besluit ziet. Bij dergelijke percelen wordt ervan uitgegaan dat feitelijke gevolgen, indien die zich voordoen, in beginsel van enige betekenis zijn (ABRvS 23 augustus 2023, ECLI:NL:RVS:2023:3175).

Eiser betoogt dat de omgevingsvergunning voor hem feitelijke gevolgen heeft. Er worden namelijk wijzigingen aangebracht aan de gemeenschappelijke bouwmuur, die volgens eiser ook al tot scheurvorming hebben geleid.

Het college stelt zich op het standpunt dat er geen feitelijke gevolgen zijn, aangezien het om minimale wijzigingen gaat, die niet met het oog waar te nemen zijn. Voor de constructie geldt dat deze al is aangebracht en met deze vergunning slechts gelegaliseerd is.

Het betoog van eiser slaagt. Het perceel van eiser grenst aan het perceel van

vergunninghouder. Niet is uitgesloten dat eiser op zijn perceel feitelijke gevolgen van enige betekenis kan ondervinden, nu sprake is van gemeenschappelijke muren. Zoals hierboven wordt overwogen, wordt er in dit soort situaties vanuit gegaan dat deze gevolgen van enige betekenis zijn. De stelling van het college dat de wijzigingen minimale impact hebben, treft, voor wat betreft de vraag ten aanzien van enkel de belanghebbendheid, dus geen doel. Gelet op voorgaande is eiser een belanghebbende bij de omgevingsvergunning.

Artikel delen