Menu

Filter op
content
PONT Omgeving

Uitspraak handhaving Omgevingsplan (lelieteelt): geen concreet zicht op legalisering en zaaksgebonden werking last onder dwangsom (art. 18.4a Ow)

De Rechtbank Noord-Nederland heeft op 31 juli 2025, ECLI:NL:RBNNE:2025:3164 een uitspraak gedaan over een handhavingsbesluit naar aanleiding van een overtreding van een in het tijdelijke deel van het omgevingsplan opgegaan bestemmingsplan. Er is een last onder dwangsom opgelegd vanwege overtreding van het bestemmingsplan in samenhang met art. 5.1, lid 1, onder a Omgevingswet. De percelen worden gebruikt ten behoeve van lelieteelt. Lelieteelt valt onder sierteelt en dat is volgens het omgevingsplan niet toegestaan.

1 August 2025



Verzoekster stelt dat sprake is van concreet zicht op legalisatie. Al tijdens de bezwaarprocedure is een aanvraag ingediend voor een omgevingsvergunning. Pas sprake is van concreet zicht op legalisatie, als er een ontvankelijke aanvraag is ingediend en het college bereid is hieraan mee te werken. In dit geval is hiervan geen sprake. Ten tijde van het bestreden besluit was geen sprake van een ontvankelijke aanvraag. Later is een aanvraag ingediend. Verzoekster is verzocht aanvullende stukken in te dienen. Eerst na het bestreden besluit is de aanvraag aangevuld en gewijzigd.

Bovendien is het college niet bereid om mee te werken aan legalisering. Gelet op de vele onderzoeken over de mogelijke effecten van lelieteelt vanwege de toepassing van bestrijdingsmiddelen, vindt het college het onwenselijk om de situatie te legaliseren. Het college wil zorg dragen voor een gezonde leefomgeving voor haar burgers en het milieu. Het enkele feit dat het college niet bereid is mee te werken volstaat voor het oordeel dat geen concreet zicht op legalisering bestaat.

Verzoekster is van mening dat het college ten onrechte zaaksgebonden werking aan de last onder dwangsom heeft verbonden. Het college verwijst in dat kader naar de in art. 18.4a Ow opgenomen mogelijkheid om zaaksgebonden werking toe te kennen.

De vzr. is van oordeel dat uit de tekst van artikel 18.4a Ow niet volgt dat gemotiveerd moet worden dat het verbinden van zaaksgebonden werking aan een last onder dwangsom ‘noodzakelijk’ is. Ook in de wetsgeschiedenis heeft de voorzieningenrechter daar geen aanknopingspunten voor kunnen vinden (TK, 33 962, nr. 3). Het verbinden van zaaksgebonden werking aan de last is een bevoegdheid van het college. Volgens de vzr. is in redelijkheid zaaksgebonden werking aan de last verbonden. In het besluit is toegelicht dat het niet ondenkbaar zou zijn dat een rechtsopvolger de teelt zal hervatten, te meer gezien de op sierteelt gerichte activa die de rechtsopvolger van verzoekster zou kunnen verwerven.

Verder is toegelicht dat verzoekster geen nadeel zou ondervinden van het verbinden van deze zaaksgebonden werking. Het vorenstaande is door verzoekster niet gemotiveerd betwist.

Artikel delen