Menu

Filter op
content
PONT Omgeving

Uitspraak over duidelijkheid van de opgelegde lastgeving en wat wel en niet daarbij hoeft te worden vermeld

De ABRvS heeft op 16 juli 2025, ECLI:NL:RVS:2025:3224 een voor de handhavingsjurist relevante uitspraak gedaan over of de lastgeving duidelijk genoeg is omschreven en wat daarbij wel en niet hoeft te worden vermeld.

16 July 2025



Het college heeft een last onder dwangsom opgelegd voor het gebruik in strijd met het bestemmingsplan van bepaalde recreatiewoningen in Noordwijk. De recreatiewoningen worden verhuurd aan particuliere derden. Op grond van het ter plaatse geldende bestemmingsplan "Duinrand" geldt voor de gronden waarop de recreatiewoningen gesitueerd zijn de bestemming "Recreatie - Verblijfsrecreatie". Naar aanleiding van meerdere handhavingsverzoeken heeft de Omgevingsdienst West-Holland op 30 april 2019 en 6 mei 2019 controles uitgevoerd bij de recreatiewoningen. Tijdens deze controle is geconstateerd dat meerdere recreatiewoningen worden bewoond door arbeidsmigranten.

Bij besluit van 20 maart 2020 heeft het college een last onder dwangsom opgelegd voor het gebruik van de recreatiewoningen in strijd met het bestemmingsplan. Als herstelmaatregel is in het besluit opgenomen dat het gebruik van de recreatiewoningen door arbeidsmigranten moet worden (laten) beëindigd en beëindigd moet worden gehouden.

De overtreder betoogt dat de opgelegde last onduidelijk is. De uitleg van het begrip "recreant" is niet duidelijk. Hierdoor is niet duidelijk hoe kan worden voldaan aan de last onder dwangsom.

Zoals de Afdeling eerder heeft overwogen, ECLI:NL:RVS:2024:4389, vereist het rechtszekerheidsbeginsel dat een last zodanig duidelijk en concreet geformuleerd wordt dat degene tot wie de last is gericht niet in het duister hoeft te tasten over wat gedaan of nagelaten moet worden om de overtreding te beëindigen.

De Afdeling overweegt dat de last voldoende duidelijk is geformuleerd. Uit het besluit van 20 maart 2020 volgt dat de overtreding het in strijd handelen met artikel 2.1, eerste lid, aanhef en onder c, van de Wabo in samenhang met artikel 8.1 en 1.62 van de regels van het bestemmingsplan "Duinrand" is. In dit besluit is vermeld dat de overtreding ongedaan kan worden gemaakt door het gebruik van de recreatiewoningen door arbeidsmigranten te (laten) beëindigen en beëindigd te houden.

Naar het oordeel van de Afdeling is daarmee voldoende duidelijk dat het niet-recreatieve gebruik, in dit geval bestaande uit de huisvesting van arbeidsmigranten in de recreatiewoningen, beëindigd en beëindigd moet worden gehouden.

De Afdeling voegt daaraan toe dat in de last niet hoeft te worden omschreven in welke gevallen wordt voldaan aan de planregels en daarmee dus ook niet in welke gevallen sprake is van "verblijfsrecreatie" als bedoeld in artikel 8.1 in samenhang met artikel 1.62 van de planregels. Het betoog slaagt niet.

Artikel delen