Menu

Filter op
content
PONT Omgeving

Uitspraak over wolf die hardloopster heeft gebeten: juridisch kader onder Omgevingswet/Bal/Bkl

Zoals in de reguliere nieuwsmedia (o.a. NOS) al is opgepikt heeft de voorzieningenrechter van de Rechtbank Gelderland (ECLI:NL:RBGEL:2025:3843) een uitspraak gedaan over het mogen doden van de wolf die een hardloopster heeft gebeten.

16 May 2025

Samenvatting

Samenvatting



Interessant is wat de juridische grondslag hiervan precies is:

Op 1 mei 2025 heeft vergunninghoudster een aanvraag ingediend bij het college voor een omgevingsvergunning voor het doden van een specifieke wolf op het Nationaal Park de Hoge Veluwe. Bij besluit van 6 mei 2025 heeft het college de omgevingsvergunning voor een flora- en fauna-activiteit verleend. Aan de omgevingsvergunning is een aantal voorschriften verbonden. Zo geldt de omgevingsvergunning enkel binnen de begrenzing van het Nationaal Park de Hoge Veluwe en is de vergunning slechts van toepassing op één wolf (de (probleem)wolf met beschreven herkenbare uiterlijke kenmerken).

Onder een flora- en fauna-activiteit wordt een activiteit verstaan met mogelijke gevolgen voor van nature in het wild levende dieren of planten (
dit volgt uit bijlage A behorend bij art. 1.1 Omgevingswet, waarin het begrip ‘flora- en fauna-activiteit is gedefinieerd.).  In art. 5.1, lid 2, onder g Ow is bepaald dat het verboden is om zonder omgevingsvergunning een flora- en fauna-activiteit te verrichten, voor zover het gaat om een bij algemene maatregel van bestuur aangewezen geval.

Uit art. 11.46, lid 1, onder b Besluit activiteit leefomgeving (Bal), een algemene maatregel van bestuur, volgt dat het verbod om zonder omgevingsvergunning een flora- en fauna-activiteit te verrichten geldt voor (onder meer) het opzettelijk verstoren van dieren genoemd onder bijlage IV, onder a, bij de Habitatrichtlijn. De wolf staat op bijlage IV, onderdeel a, van de Habitatrichtlijn en voor het verstoren (in dit geval het doden) van de wolf is dus een omgevingsvergunning voor een flora- en fauna-activiteit vereist.

In het Besluit kwaliteit leefomgeving (Bkl) staan beoordelingsregels. Deze beoordelingsregels vormen het toetsingskader dat geldt wanneer het college de aanvraag van de omgevingsvergunning voor een flora- en fauna-activiteit beoordeelt. Uit art. 8:74k, lid 1 Bkl volgt dat het college de omgevingsvergunning alleen verleent als:
er geen andere bevredigende oplossing voor het verrichten van de activiteit bestaat;
de activiteit nodig is:
(…)
3° in het belang van de volksgezondheid, de openbare veiligheid of andere dwingende redenen van groot openbaar belang, met inbegrip van redenen van sociale of economische aard en met inbegrip van voor het milieu wezenlijke gunstige effecten;
(…)
de activiteit geen afbreuk doet aan het streven de populaties van de betrokken soort in hun natuurlijke verspreidingsgebied in een gunstige staat van instandhouding te laten voortbestaan.

Artikel delen