De Raad van State heeft vanmorgen een interessante uitspraak gedaan over een exploitatievergunning. Wat was er aan de hand? De burgemeester van Ermelo heeft een exploitatievergunning verleend voor een restaurant. Een omwonende meent dat de vergunning had moeten worden geweigerd omdat er onvoldoende parkeerplaatsen aanwezig zijn t.b.v. het restaurant, waardoor in strijd zou worden gehandeld met het bestemmingsplan “Parkeernormen”.

De Raad van State oordeelt als volgt:
- Artikel 2:28, tweede lid, van de APV luidt: "De burgemeester weigert de vergunning als de exploitatie van de openbare inrichting in strijd is met een geldend bestemmingsplan, beheersverordening, exploitatieplan of voorbereidingsbesluit;
- Gelet op de formulering van bovenstaande bepaling gaat het alleen om de vraag of de exploitatie van de openbare inrichting in strijd is met een geldend bestemmingsplan en dus niet of de openbare inrichting in zijn geheel daarmee in strijd is;
- Dit betekent dat de 𝘁𝗼𝗲𝘁𝘀𝗶𝗻𝗴 van de 𝗲𝘅𝗽𝗹𝗼𝗶𝘁𝗮𝘁𝗶𝗲𝘃𝗲𝗿𝗴𝘂𝗻𝗻𝗶𝗻𝗴 𝗮𝗮𝗻 𝗵𝗲𝘁 𝗯𝗲𝘀𝘁𝗲𝗺𝗺𝗶𝗻𝗴𝘀𝗽𝗹𝗮𝗻 𝗯𝗲𝗽𝗲𝗿𝗸𝘁 is tot de vraag of de desbetreffende activiteit in overeenstemming is met de activiteit die ter plaatse door het bestemmingsplan (tegenwoordig het omgevingsplan) wordt toegestaan. Dit houdt in dat de burgemeester moet toetsen of de bestemmingsomschrijving/doeleindenomschrijving van de geldende bestemming en de daarbij behorende categorie horeca-aanduidingen de exploitatie van de openbare inrichting toestaan;
- Een verdergaande toetsing aan het bestemmingsplan is bij verlening van een exploitatievergunning dus niet aan de orde. De burgemeester hoeft daarom niet te toetsen of de exploitatie in overeenstemming is met de overige planregels, zoals de bouw- en gebruiksregels van het bestemmingsplan, waaronder de regels die voorschrijven hoeveel parkeergelegenheid er moet zijn. Die beoordeling is op basis van de Wet algemene bepalingen omgevingsrecht (tegenwoordig de Omgevingswet) voorbehouden aan het college van burgemeester en wethouders;
- Het ter plaatse geldende bestemmingsplan "De Driehoek 2016" staat in dit geval ter plaatse de vestiging van een horecabedrijf toe. De burgemeester heeft zich daarom op het standpunt mogen stellen dat de ter plaatse geldende bestemming zich niet verzet tegen het verlenen van een exploitatievergunning;
- Dat het bestemmingsplan "Parkeernormen" eisen stelt aan het aantal parkeerplaatsen op de desbetreffende locatie en dat daar in dit geval niet aan wordt voldaan, valt gelet dus buiten de door de burgemeester uit te voeren beoordeling.